Auteur: Gertien Koster
10.11.2022
**Eind september ontving hospice Haarlem en omstreken de *[Prijs de Vrijwilliger](https://vptz-nwn.nl/vrijwilligers-vptz-nwn-vertegenwoordigd-bij-prijsuitreiking-prijs-de-vrijwilliger-award/)* vanwege
de bijzondere manier waarop zij omgaan met hun vrijwilligers. Directeur Pauline Jäger
vertelt met enthousiasme over haar [hospice](https://hospicehaarlem.nl).**
‘In coronatijd wilden we in verbinding blijven met onze vrijwilligers. We deden yoga op het
strand op anderhalve meter afstand. Uniek aan ons hospice is dat wij vrijwilligers veel
verantwoordelijkheid geven. We geven daarmee ook veel vertrouwen. Dat is erg waardevol
voor de sfeer. Sommige vrijwilligers hebben ervaring in de zorg maar daar selecteren we niet
op. We willen mensen met een warm hart en gezond verstand. Ze krijgen veel scholing en er
is natuurlijk altijd een achterwacht. Wij zien dat vrijwilligers zich door onze werkwijze snel
ontwikkelen en groeien. De bewoners houden in principe hun eigen huisarts en voor de
mensen bij wie dat niet mogelijk is hebben we een zeer betrokken gepensioneerde huisarts
beschikbaar’.
Het hospice bestaat al 35 jaar. Eerst boden zij alleen palliatieve zorg bij mensen thuis, later
kwamen daar drie bedden in het centrum van Haarlem bij. Het eerste jaar werd daar amper
gebruikt van gemaakt, hospicezorg was destijds nog niet zo bekend. Sinds 2015 bevindt het
hospice zich in een prachtig, sfeervol monumentaal pand buiten het centrum en is de vraag zo
groot dat er plannen zijn om een tweede locatie te openen. Liefst in dezelfde buurt. Jäger
werkt met vijf betaalde krachten en 110 betrokken vrijwilligers. Werken in een hospice is een
gewilde activiteit. Voor zorgvrijwilligers, mensen die aan het bed helpen, is er een wachttijd
van ongeveer een jaar. Vrijwilligers die koken, strijken of tuinieren kunnen ze altijd wel
gebruiken.
**Wat is het grootste misverstand over een hospice?**
‘Dat het hier een sombere boel is. Dat is echt niet zo. De sfeer is gezellig en er zijn ook
grappige situaties. Zo hadden we eens een bewoner die lang dakloos was geweest. Daklozen
zijn veel gewend en overlijden bijna staand. Op een dag wilde hij graag naar het centrum.
Gezien zijn lichamelijke toestand vonden we dat niet zo verantwoord maar hij hield vol. We
gaven hem een rollator mee, maar die verkocht hij om drugs te kopen. Hij werd door de
politie teruggebracht’.
In het hospice verblijven niet alleen lichamelijk zieke mensen. Soms komen er mensen met
een psychische aandoening voor euthanasie. Omdat dit niet zo vaak voorkomt bereiden ze de
vrijwilligers goed voor zodat iedereen weet hoe die bewoner het best ondersteund kan worden
en zodat de medewerkers kunnen invoelen waarom euthansasie de enige mogelijkheid is.
Jäger: ‘Ook komen er wel eens terminaal zieke mensen met een crimineel verleden,
bijvoorbeeld tbs-patiënten. Iedereen is welkom bij ons maar we kijken ook zorgvuldig naar de
veiligheid van onze gasten, hun bezoek en de medewerkers’.
De hospicepopulatie is weliswaar divers maar er komen nog niet veel islamtische mensen.
Pauline Jäger: ‘We hebben hier wel eens een Joodse dienst gehad. De wensen van onze
bewoners staan voorop. We proberen die wensen snel te realiseren want misschien is er geen
morgen meer’. Het is duidelijk dat de medewerkers hun uiterste best doen om bewoners een
zo goed en passend mogelijk levenseinde te geven. Wanneer iemand niet wil praten over de
naderende dood wordt dat gerespecteerd. Net als alternatieve therapieen en diëten.
**Zijn er ook wel eens wensen die jullie niet kunnen honoreren?**
‘Er was eens een mevrouw die alleen maar mandarijn uit blik at. Op een dag wilde ze wel
tongfilet proberen want daar hield ze vroeger van. De kok maakte de vis voor haar klaar en
vanaf dat moment wilde ze niets anders meer. De overige bewoners wilden toen ook tongfilet
dus dat gingen we regelen. Tongfilet is echter enorm duur en daarom serveerden we het na
een tijdje niet meer dagelijks aan iedereen maar wel aan de dame die niets anders kon eten’.
**Doen jullie de overleden bewoners uitgeleide?**
‘Zeker! De vrijwilligers hebben een deken gemaakt die bestaat uit lapjes stof die ergens voor
staan. Bijvoorbeeld stukjes van de trouw- of doopjurk van de vrijwilligers. Die deken leggen
we over de overledene heen. We steken een kaars aan bij de voordeur en begeleiden de
bewoner daarmee naar het licht. Daarna lopen we met de draagbaar mee naar de lijkwagen en
wachten tot de auto uit zicht verdwenen is. Daarna keren we in stilte terug en blazen de kaars
uit. Soms is dat het moment dat een naaste voor het eerst kan huilen’.
![IMG-20221109-WA0011.jpg](https://carend.nl/storage/app/media/uploaded-files/IMG-20221109-WA0011.jpg)
-----
Foto's: Hospice Haarlem