Ik weet dat ze er zijn [pleisterplek]

Auteur: Ina Braber
25.06.2024
Ik weet dat ze er zijn [pleisterplek]
Auteur: Ina Braber
25.06.2024

Pleisterplek. Een rubriek -kort maar fijn- over dat ene dierbare plekje in je huis of je tuin of je auto of zomaar ergens onderweg, waar je even heel fijn herinnerd wordt aan degene die er niet meer is. Waar je regelmatig bij stilstaat en je weer even zorgeloos weet en voelt dat diegene nog bij je is. Vandaag aflevering veertien, geschreven door Ina Braber.


Graag sta ik een poosje bij een sneeuwklokjesveld. Die kleine dappere bloemetjes doen mij iets. Ze herinneren mij aan drie dierbare mensen in mijn leven, mijn vader, moeder en broer.

Mijn vader overleed 35 jaar geleden totaal onverwachts in de lente. Hij werd na een hartstilstand gevonden op een weitje met narcissen en sneeuwklokjes, tussen zijn boomkwekerij en ons huis. Hij was 66 jaar en ik, het nakomertje, was in verwachting van mijn derde kindje. Het plotseling gemis sloeg een diepe wond in ons gezin en familie. Ik noemde mijn zoontje naar hem.

Met dankbaarheid denk ik terug aan hoe hij – als boomkweker altijd bezig – voor zijn kinderen de sneeuwklokjes op het weitje liet staan. Die dappere bloemetjes die als eerste bloeiden in de kou. Het eerste bosje plukte ik altijd voor mijn moeder. Moeder overleefde net als vader de oorlog en de watersnoodramp. Zij mocht oud worden en schreef met mij haar levensboek, waaruit ik haar beter leerde kennen. Want oorlog, evacuatie, wind, water, angst, ravage, wéér evacuatie, verdriet en het verlies van de boomkwekerij, tekenen een mens. Ze overleed na een lang proces van lichamelijke en geestelijke achteruitgang hoogbejaard in het verpleeghuis. Pas toen kreeg ik echte vrede met de dood van mijn vader, die neerviel op de grond waar hij zo van hield, tussen de voorjaarsbloemen. Te jong, ja. Geen afscheid, nee. Wel in vrede met ons allen en vertrouwend om terug te gaan naar de bron. Ik kon hem loslaten en in liefdevolle herinnering op een andere manier vasthouden. Niet lang na het overlijden van moeder kreeg mijn broer, de lieveling van mijn ouders en zussen, de stamhouder van de boomkwekerij, een ernstige diagnose. Drie maanden werden hem in eerste instantie toebedeeld. Het werden 3,5 jaar met goede palliatieve zorg, waarin we mooie, steeds kleinere wandelingen maakten. Het laatste halfjaar nam ik wekelijks een middag vrij om met hem in de rolstoel te wandelen. De longkanker was uitgezaaid naar de hersenen en hij kon bijna niet meer zien. Toen we langs een veldje sneeuwklokjes liepen zei hij “wat prachtig, die sneeuwklokjes”.

Ik: “Maar Leo, kun je ze zien dan?”

Hij, met een glimlach: “Ik wéét dat ze er zijn”.

Mijn lieve vader, moeder en broer zijn niet meer bij ons. Het lijkt, of ik – het nakomertje – ze na hun dood door alle verhalen beter heb leren kennen. Elke dag klinkt er van hen wel een wijs woord of een lied in mijn hart.

Vaak ben ik vol goede moed. Soms ben ik verdrietig, als ik weet dat ik mensen ga missen door de dood. Ook de bloei van sneeuwklokjes gaat voorbij. Maar door de herinneringen blijven mensen in mij leven. Niet altijd ervaar ik ze even dichtbij, maar ik wéét dat ze er zijn.


Inspirerend? De Carendredactie nodigt de lezer uit om zo’n pleisterplek te delen. Mail een foto van jouw pleisterplek naar redactie@carend.nl en vertel ons wat we zien, waarom deze plek bijzonder voor je is en hoe je terugkijkt op het overlijden van jouw dierbare in maximaal 500 woorden.


Foto sneeuwklokjesveld: Jan de Kam

Foto header: iStock