Het gedenkplankje in de hal [pleisterplek]

Auteur:
02.11.2023
Het gedenkplankje in de hal [pleisterplek]
Auteur:
02.11.2023

Pleisterplek. Een rubriek -kort maar fijn- over dat ene dierbare plekje in je huis of je tuin of je auto of zomaar ergens onderweg, waar je even heel fijn herinnerd wordt aan degene die er niet meer is. Waar je regelmatig bij stilstaat en je weer even zorgeloos weet en voelt dat diegene nog bij je is. Vandaag aflevering acht, geschreven door Leonie Jorna.

Wat zien we?
Een geplastificeerde foto achter een vaasje met bloemen uit mijn tuin. Koninginnedag 1998. Joost en Sophie, beiden drie jaar oud, staan langs de kant van de weg, wachtend op versierde praalwagens die met veel muziek en vrolijkheid langs zullen rijden. Een dorpse traditie. Vriendje Joost, met een zelf-beplakt kartonnen mutsje op zijn hoofd, heeft zijn linkerarm op de schouder van mijn dochter Sophie. Zij houdt een handgemaakt rood-wit-blauw vlaggetje in haar hand. Een ogenschijnlijk gewoon moment uit het verleden, echter van onschatbare waarde.


Tijdens de wekelijkse babymassage-lessen raken Mir en ik bevriend en volgen er vele koffiemomenten en uitstapjes naar de kinderboerderij om de hoek. Sophie en Joost groeien met elkaar op en zijn ‘vriendje en vriendinnetje’. Ze spelen eerst naast elkaar, daarna met elkaar. En dat blijft zo, ook nadat de zusjes van Joost en het zusje van Sophie geboren zijn.

Een dag na de vierde verjaardag van Joost heb ik Mir huilend aan de telefoon. “Het gaat niet goed met Joost, hij is plots gevallen, zijn rechterarmpje is verlamd, hij ligt in het ziekenhuis.” Ik val stil, kippenvel over mijn hele lichaam, totaal verbijsterd. De zorgeloosheid verdwijnt. Joost heeft een herseninfarct gehad en zijn hart blijkt de oorzaak daarvan. Een onzekere en zware tijd volgt maar de kinderen blijven met elkaar spelen. Vol ontzag kijk ik naar de veerkracht van Joost die zijn goede armpje nu voor twee gebruikt. Maar als de zomer intreedt en de dagen warmer worden heeft Joost het zichtbaar zwaarder. Zijn rode blosjes verdwijnen. Een opgelegde vochtbeperking moet zijn hart ontlasten. Buiten het zicht van Joost sommeer ik de vier meisjes hun limonade direct op te drinken. Terug in de kamer kan ik nog net voorkomen dat Joost het water uit een vaas opdrinkt. Hij heeft zo’n dorst.

Toen hij overleed
Vier juli om half negen in de avond belt Mir me op vanuit het UMC. “Joost gaat dood, het gaat ineens snel, denk aan hem, aan ons”. Ik leg de hoorn neer. Ik kramp naar voren maar de pijn en het verdriet zijn niet op te vangen. Joost overlijdt. Vier jaar oud.

Hoe vertel ik het aan Sophie? Jaren later is dat moment is verdwenen uit mijn geheugen. Net als veel momenten uit die tijd. Het was te groot voor me denk ik nu. Hoe ben je er voor een moeder en een vader die hun kind verliezen, hoe troost je zusjes met het gemis van hun grote broer? Hoe troost ik mijn kinderen die hun speelkameraadje en vriendje verloren? Hoe troost ik mezelf in deze immens pijnlijke tijd?

Vierentwintig jaar later. Ik pluk kleurrijke bloemen en zet ze bij de foto op het gedenkplankje in de hal en brand mijn favoriete wierook. Zo maak ik een lijntje naar Joost. Ik app een foto hiervan naar mijn in het buitenland wonende dochters. Sophie reageert direct. “Onvergetelijke Joost!” Het wordt stil in me. Ik koop zonnebloemen, schrijf een kaartje met nabije woorden en fiets naar Mir. Ik weet dat ze op de sterfdag van Joost altijd een dag op stap gaan. Bij thuiskomst wachten hen de zonnige bloemen. Zo verweeft hun traditie met die van mij deze dag in een voelbaar samen. Met Joost als middelpunt.


Inspirerend? De Carendredactie nodigt de lezer uit om zo’n pleisterplek te delen. Mail een foto van jouw pleisterplek naar redactie@carend.nl en vertel ons wat we zien, waarom deze plek bijzonder voor je is en hoe je terugkijkt op het overlijden van jouw dierbare in maximaal 500 woorden.