Eerder publiceerden we over een interessant onderzoek over het voorkomen van reutelen in de stervensfase. De onderzoekster, collega Jet van Esch heeft ons gevraagd om het een beetje aan te passen. Dus dat doen we bij deze graag: In een onderzoek dat Jet van Esch et al publiceerden in de JAMA blijkt dat reutelen in de stervensfase voorkomen kan worden door gebruik van het medicijn scopalaminebutyl (buscopan). Of reutelen belastend is voor de patiënt zelf is niet duidelijk: dat is niet na te vragen. Reutelen kan wel belastend zijn voor familie ondanks voldoende informatie en goede begeleiding. Op dit moment is dit het enige wat volgens de richtlijn, naast het verleggen van de patiënt, voor handen is.
Wetenschappelijk onderzoek van de Erasmus Universiteit toont nu aan dat door het gebruik van scopolaminebutyl in 50% van de gevallen het reutelen niet optreedt. Scopalaminebutyl in een dosering van 4x per dag 20mg onder de huid (subcutaan) moet dan gestart worden zodra de stervensfase intreedt. Dus eigenlijk al voor het reutelen begint. Scopalaminebutyl is een medicijn dat wordt gebruikt bij spasmen (onwillekeurige samentrekkingen) van het maag- en darmstelsel en de slijmvliezen uitdroogt: bij de behandeling van reutelen maak je dus gebruik van de uitdrogende werking. Bijwerkingen, zoals droge mond en rusteloosheid zijn beperkt. Het Rotterdamse onderzoek toont aan dat deze bijwerkingen in de stervensfase heel weinig voorkomen.
Boven alles blijft staan dat bij reutelen vooral de familie begeleid wordt en dat verteld wordt dat we aannemen dat het voor de patiënt niet belastend lijkt te zijn. Palliatieve zorg is breder dan alleen goed zorgen voor de patiënt: ook is de zorg er voor de naasten. Dat werpt de vraag op of dit medicijn ook daadwerkelijk ingezet zou moeten worden.