Zorg in de stervensfase - gids voor zorgverleners

Auteur:
02.10.2024
Zorg in de stervensfase - gids voor zorgverleners
Auteur:
02.10.2024

Welkom op de kennispagina 'Zorg in en na de stervensfase' van Carend en Monuta.

Hier vind je meer achtergrond over palliatieve zorg, in het bijzonder de zorg in en na de stervensfase (postmortale zorg). Je vindt hier aanvullende informatie uit het Zakkaartje Zorg in de Stervensfase.

Het verloop van palliatieve zorg in de tijd
In het begin richt de zorg zich vooral op het behandelen van de ziekte (ziektegerichte zorg). Later wordt het steeds belangrijker om klachten en pijn te verlichten (symptoomgerichte zorg). Ook wordt er al vóór het overlijden aandacht gegeven aan rouw (anticiperende rouw). Belangrijk is om in deze palliatieve fase ook het gesprek te voeren over het aankomende afscheid. Dat geeft mensen regie over hun laatste fase. Stel de vraag of zij hun wensen hebben vastgelegd.

Palliatieve zorg in de stervensfase vanuit de zorgverlener
De zorgverlener kijkt naar palliatieve zorg vanuit vier verschillende kanten (ook wel dimensies genoemd):

  1. Psychische kant: bijv. hoe iemand zich voelt in zijn hoofd
  2. Sociale kant: bijv. hoe iemand contact heeft met anderen
  3. Spirituele kant: bijv. vragen over de zin van het leven
  4. Lichamelijke kant: bijv. het behandelen van klachten

Het is belangrijk om een klacht of probleem vanuit deze vier kanten te bekijken. Bijvoorbeeld: buikpijn kan een lichamelijke klacht zijn. Buikpijn kan ook komen door stress, wat te maken heeft met de psychische kant. Daarom is het belangrijk om altijd de hele persoon te blijven zien en niet alleen de ziekte of klachten.

Lichamelijke symptomen van de stervensfase waarmee je de stervensfase kunt markeren

Markeer de stervensfase aan de hand van klinische observaties van zowel arts, verpleegkundig specialist, physician assistent als verpleegkundige daarbij geholpen door:

-Relatief plotselinge lichamelijke achteruitgang 

-Niet meer eten en/of drinken 

-Snel gewichtsverlies

-Bedlegerigheid of toename zwakte

-Marmering (paarse verkleuring van de huid)

-Zwakke hartslag

-Holle blik in de ogen 

-Spitse neus en/of bleek gelaat

-Dieper liggende ogen

-Minder of niet meer plassen

-Stokkende ademhaling (Cheyne stokes ademhaling)

-Reutelen (hoorbare ademhaling)

-Suffer worden of meer slapen

-Onrust of verwardheid

  • Leg in het zorgdossier vast dat de stervensfase is ingetreden; communiceer dit met andere zorgverleners. 
  • Start, indien dit gebruikt wordt, het Zorgpad Stervensfase of stel een individueel zorgplan op.

Communicatie met patiënt en naasten

  • Bespreek op cultuursensitieve en persoonsgerichte manier het ingaan van de stervensfase, wat dit voor de patiënt en naasten betekent en het afzien van levensverlengende maatregelen.. 
  • Leg uit dat het moeilijk te voorspellen is hoe lang deze fase gaat duren. 
  • Exploreer waarden, wensen, behoeften, emoties en zorgen van patiënt en/of naasten, en bespreek de rol van de naasten in de stervensfase en wat zij nog kunnen/willen betekenen, zie de richtlijn voor verder uitleg. 
  • Geef voorlichting over de stervensfase,  welke tekenen en symptomen er  kunnen optreden, wat de tekenen van discomfort kunnen zijn en welke symptoombestrijding mogelijk is. 
  • Bied emotionele ondersteuning door signalen van rouw te normaliseren, geef uitleg over rouw en bied de mogelijkheid van een geestelijk verzorger aan
  • Maak afspraken over praktische zaken, zoals o.a. bezoektijden, faciliteiten en contactmomenten met zorgverleners. 
  • Overweeg de inzet van een professionele tolk bij een taalbarrière

Behandeling van symptomen

Beslist niet alle symptomen behoeven een behandeling. 

 

Behandeling zonder medicijnen

Behandeling met medicijnen

Benauwdheid

Eventueel zuurstofsuppletie

Overweeg (hand)ventilator die in het gezicht blaast.

Morfine in tabletten, met pleister of met een infuus (onder de huid of in het bloedvat).


Pijn

Aanraking (bijvoorbeeld een voet- of handmassage met eventueel etherische oliën) waarbij de druk afgestemd wordt op de patiënt, kan verlichting brengen.


Ontspanningsoefeningen, evt. i.c.m. geleide verbeelding.

Pijnstilling, voorbeelden zijn:

- Paracetamol

- Morfine (tabletten, pleister of infuus)

- NSAID (bijv. Naproxen)


!! Bij start van een morfinepomp worden vaak de andere pijnstillers zoals paracetamol gestopt.


Misselijkheid en braken

Maaghevel



Misselijkheid door een ruimte-innemend proces in het hoofd: dexamethason.


Misselijkheid door gebruik morfine: overweeg een andere vorm van morfine of start metoclopramide.


Bij misselijkheid i.c.m. verwardheid: overweeg haloperidol.



Mondklachten

Bevochtigen van de mond met natte gazen of sponsje.


Waterijsje, bevroren fruit of ijssnippers.


Probeer wondjes en korstjes te voorkomen door de lippen in te vetten met vaseline en te bevochtigen.


Als iemand in de stervensfase dorst heeft, betekent dit vaak dat hij/zij een droge mond heeft.

Kuntspeeksel (Saliva Orthana®)


Mondbevochtigingsproducten (bijv. Biotene Oral Balance® gel en spray of BioXtra®).


Reutelen (hoorbare ademhaling)

Reutelen is geen teken van ademnood of stikken. Dit is belangrijk om met de familie en naasten te bespreken.


Indien comfortabel voor de patiënt, kan hij/zij in zijligging worden gelegd zodat slijm makkelijker uit de mond kan lopen.



Scopolamine kan een positief effect hebben, maar dit moet dan wel gestart worden voordat de symptomen optreden.


Scopolamine in de vorm van een pleister wordt afgeraden vanwege een verhoogde kans op verwardheid.

Verwardheid (delier)

Een heel groot deel van de mensen in de stervensfase krijgt last van verwardheid.


Aanwezigheid van familie en naasten kan de klachten verminderen (bijv. blijven slapen).


Zorg voor een vertrouwde omgeving, evt. met hulp van herkenningspunten als fotolijstjes of een eigen kussen.


Als patiënten dingen zien of horen die er niet zijn, of gedachten hebben die niet realistisch zijn, spreek ze dan niet tegen.


Veiligheidsbeperkende maatregelen als bedhekken en fixatie worden in de stervensfase afgeraden.



Een onderliggende oorzaak (bijv. blaasontsteking of onvermogen tot uitplassen) kan worden behandeld met antibiotica of een katheter.


Overweeg een nicotinepleister bij rokers.


Medicamenteuze behandeling met lorazepam of haloperidol kan worden overwegen indien de patiënt veel hinder van de klachten ervaart.

Refractair symptoom

Indien een klacht onvoldoende behandeld kan worden (met of zonder medicijnen) noemen we dit een refractair symptoom. Bij een levensverwachting <2 weken kan dan palliatieve sedatie worden overwogen.


Als iemand overleden is

Checklist bij overlijden: Wat te doen als iemand overleden is?

  • Laat het de arts weten als je denkt dat iemand is overleden. De arts controleert dan of de persoon echt is overleden en bekijkt het lichaam. Daarna vult de arts de papieren in voor de gemeente en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
  • Het Donorregister wordt altijd gecontroleerd. De resultaten worden besproken met de familie. Afhankelijk van wat er uit dit gesprek komt, kan een donorprocedure worden gestart.
  • Adviseer de familie om een uitvaartondernemer te bellen.
  • Let, als dat kan, op de temperatuur in de kamer waar de overledene ligt. Zet de verwarming lager. Als er een raam is en het buiten kouder is dan binnen, mag het raam een stukje open. Dit mag alleen als er een hor in zit om insecten buiten te houden.


De laatste verzorging

Aandachtspunten voor de laatste verzorging

Positie van het lichaam:

Bij een verwacht overlijden wordt de overledene op de rug gelegd.

Bij een onverwacht overlijden mag het lichaam niet verplaatst worden totdat de schouwarts toestemming geeft. Tot die tijd blijft de overledene in dezelfde houding liggen.

Het hoofdeinde van het bed wordt iets omhoog gebracht (30 graden) om te voorkomen dat er vocht naar het hoofd gaat. Om respect te tonen voor de overledene, worden de geslachtsdelen en borsten bedekt met een (hand)doek.

Als de overledene een kunstgebit had, is het belangrijk dit snel terug te plaatsen, omdat de spieren na overlijden stijf worden (rigor mortis), wat het later moeilijk maakt. Na het terugplaatsen wordt de mond gesloten en ondersteund met een kinsteun of een opgerolde handdoek. De oogleden worden voorzichtig gesloten.

Vaseline kan op de lippen worden gedaan om uitdroging te voorkomen en de mond kan worden verzorgd met een nat gaasje. De neus en oren worden schoongemaakt met een nat gaasje. Het haar wordt gekamd zoals de persoon dat tijdens het leven droeg.

Vervuilde lichaamsdelen worden gewassen en gedroogd. Er wordt een onderlegger onder de stuit gelegd en de stuit wordt schoongemaakt. Er kan vocht uit het lichaam komen, vooral bij de stuit. Daarom kan incontinentiemateriaal tussen de benen worden geplaatst en een schone onderbroek worden aangedaanEr is ook een mogelijkheid dat er vocht uit de neus en de mond kan komen.

Infusen, katheters en andere buisjes worden verwijderd. Een pacemaker of ICD moet worden verwijderd door een speciaal opgeleide medewerker of door de uitvaartondernemer. Bij een urostoma of darmstoma wordt het stomazakje vervangen door een zakje met een filter.

Wonden of plekken waar buisjes zaten, worden afgedekt met schone gaasjes, verband of een pleister. Als er lekkage wordt verwacht, wordt extra absorberend materiaal gebruikt.

Er wordt een schoon laken over de overledene gelegd tot net onder de oksels, en de handen worden in een gewenste houding geplaatst (bijv. gevouwen op de buik).

Met de nabestaanden wordt besproken of alles goed is gegaan. Vraag hen kleding klaar te leggen zodat de overledene door de uitvaartondernemer gekleed kan worden.

De overledene wordt opgehaald door de CMO of de uitvaartondernemer.

Soms willen nabestaanden helpen bij de verzorging van hun dierbare; het is goed om hen hierop te wijzen.