Omgaan met kanker: een strijd, een reis, … of toch een partijtje boksen?

Auteur: Charles Forceville, Associate Professor Media Studies aan de Universiteit van Amsterdam
12.06.2024
Omgaan met kanker: een strijd, een reis, … of toch een partijtje boksen?
Auteur: Charles Forceville, Associate Professor Media Studies aan de Universiteit van Amsterdam
12.06.2024

De diagnose kanker zet voor zowel de patiënt als zijn omgeving de wereld op zijn kop. Onderzoekers Nina Gebraad en Charles Forceville pleiten voor heldere communicatie die aansluit bij de belevingswereld van alle betrokkenen.

Korte animatiefilms zijn een handig medium om ingewikkelde onderwerpen uit te leggen aan een lekenpubliek. Kanker is zo’n onderwerp, en veel professionele organisaties laten daarom animaties over kanker en kankerbestrijding maken. Daarin gebruiken ze veelvuldig metaforen. Maar welke metaforen gebruik zijn dat? En zijn die wel geschikt? Nina Gebraad en Charles Forceville, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, onderzochten dit in hun artikel “Facing cancer: metaphors in medical animation films” (Visual Communication Journal 2024)

Metaforen zijn ideaal om kort en bondig een helder perspectief op een zaak of aangelegenheid te geven. Rinus Michels’ “voetbal is oorlog” maakte indertijd volstrekt duidelijk wat zijn visie op het spelletje was. In hun spraakmakende boek Metaphors We Live By (1980) toonden George Lakoff, taalkundige, en Mark Johnson, filosoof, decennia geleden al aan dat we denken in metaforen; de taal maakt dan dat denken-in-metaforen zichtbaar.

Metaforen voor kanker

Er is veel onderzoek gedaan naar welke metaforen er gebruikt worden in uitleg over kanker. In hun onderzoek naar talige metaforen over de ziekte ontdekten Elena Semino (Universiteit van Lancaster) en collega’s (2018) dat twee metaforen telkens terugkwamen. De eerste is: “met kanker omgaan is een strijd”, zoals naar voren komt in uitdrukkingen als “het gevecht tegen kanker,” “kanker dringt het lichaam binnen,” “een leger van cellen,” en “kanker verslaan.” De tweede metafoor is “met kanker omgaan is een reis,” en blijkt bijvoorbeeld uit zinssneden als “een grote stap voorwaarts/een doorbraak/mijlpaal in het kankeronderzoek,” en “de weg effenen voor/de sleutel tot betere kankerbehandelingen.”

Gebraad en Forceville ontdekten dat veel gerenommeerde instituten (zoals het onderwijsplatform Ted-Ed en het tijdschrift Nature) korte animaties over kanker hebben gemaakt en op YouTube gezet. Vervolgens vroegen zij zich af of de makers ook in deze animaties metaforen inzetten om uit te leggen wat kanker is en welke behandelmethoden er zijn. En zo ja, of dit dan wederom vooral de strijd- en de reismetafoor waren. Werden die metaforen dan gevisualiseerd? In de voice-overs gebruikt? Beide? Was het medium “animatie” van invloed op de presentatie van de metaforen?

Figuur 1. Monster-kankercel boven hersenen. Screenshot uit: How Does Cancer Spread Through the Body?

Figuur 2. Moeder-met-kanker is een ruimteschip op weg naar genezing. Screenshot uit: Rethink Breast Cancer: The Discovery. 

De auteurs vonden dat in alle dertig onderzochte animaties de makers metaforen gebruikten om te verhelderen wat kanker behelst. Ook bleek dat de strijd-metafoor net als in de taal de boventoon voert. En in meer dan de helft van de animaties beelden zij kankercellen af als monsters (figuur 1). Ongetwijfeld is dit voor animatoren een makkelijke manier om “de vijand” te visualiseren. Maar het woord “monster” komt nooit voor in de voice-overteksten. Is een monster confronterender in taal dan in beeld?

De gekozen metafoor bepaalt het perspectief

Het veelvuldig presenteren van een “strijd” tegen het “kankermonster” kan allicht demotiverend werken. Had de kankerpatiënt die het niet overleefde dan soms harder moeten vechten? Waarom is niet vaker gebruik gemaakt van metaforen die kanker portretteren als een tegenstander in een sportwedstrijd?

Ook een partijtje boksen verbeeldt immers een conflict, maar sportmetaforen zijn veel minder grimmig dan strijdmetaforen. Nog opvallender is dat de reis-metafoor (figuur 2) zo weinig voorkomt. Het reisdomein biedt immers veel mogelijkheden: de kankerpatiënt krijgt steun van medereizigers – dokters, familieleden, vrienden – er zijn verschillende wegen en rustpunten die het gezelschap kan nemen tijdens een kuur (=therapieën uitproberen, en tijdelijk stoppen), je kunt wind mee hebben of tegen. De reismetafoor is veel hoopvoller dan de strijdmetafoor, en kan terminale patiënten beter helpen zich te verzoenen met hun lot. Sereen je levenseinde tegemoet treden is beter dan het gevecht tegen kanker verliezen.

Metaforen in palliatieve zorg

Gebraad en Forceville pleiten ervoor dat zowel oncologen als animatoren bewuster reflecteren op hoe zij de ziekte kanker presenteren aan een breder publiek. Ze stellen dat een beter begrip hoe metaforen in audiovisuele communicatie over kanker functioneren kan helpen in palliatieve zorg. Er zijn namelijk aanwijzingen dat patiënten zich beter begrepen voelen door dokters en anderen als die dezelfde metaforen gebruiken als zijzelf. De dokter zou dus in eerste instantie het beste de metafoor kunnen volgen die de patiënt gebruikt. En wellicht later via een alternatieve metafoor een ander perspectief kunnen suggereren.

Het is vast geen toeval dat ook in onderzoek naar depressie-metaforen in animaties (Forceville & Paling 2018) de strijd- en de reismetafoor domineerden. Ze figureerden bovendien prominent in politieke cartoons over het Chinees-Amerikaanse handelsconflict in 2018-2019 (Zhang & Forceville 2020). Blijkbaar zijn deze twee metaforen cruciaal om doelgericht handelen van welke aard dan ook te concretiseren: het leven is een strijd, een sportieve confrontatie – of een reis.


Charles Forceville is associate professor Media Studies aan de Universiteit van Amsterdam.