Palliatieve sedatie wordt in toenemende mate toegepast, zo blijkt uit de recente publicatie van de Richtlijn Palliatieve sedatie en uit wetenschappelijk onderzoek. Bij een op de vijf overlijdens wordt in de stervensfase sedatie gebruikt. Palliatieve sedatie is het verlagen van het bewustzijn bij zogenaamde 'refractaire klachten', klachten in de stervensfase die niet op een andere manier (tijdig) onder controle kunnen komen.
Webinar 30 augustus over de belangrijkste wijzigingen
De richtlijn palliatieve sedatie is recent uitgebreid herzien. Carend zal volgende week dinsdag een webinar organiseren om de belangrijkste wijzigingen op een rij te zetten. Het webinar is geaccrediteerd voor de meest relevante beroepsgroepen (ABAN, V&VN, NAPA, VSR, geestelijk verzorgers). Sprekers zijn Sander de Hosson (longarts) en Sabine Netters (internist)
Stijgende cijfers
In 2005, 2010 en 2015 overleden in Nederland respectievelijk 136.402, 136.058 en 147.134 personen [CBS 2021]. Continue palliatieve sedatie tot aan het overlijden werd in 2005 toegepast bij 8,2% van de sterfgevallen, in 2010 gebeurde dit bij 12,3% en in 2015 bij 18,3% van de sterfgevallen. Palliatieve sedatie vindt dus steeds vaker plaats.
De grootste stijging heeft plaatsgevonden in de leeftijdscategorie boven de 80 jaar: in 2005 werd in deze groep bij 6,2% van de sterfgevallen palliatieve sedatie toegepast, in 2010 bij 9,7% en in 2015 bij 16,2%. Ook bij patiënten met kanker heeft een relatief grote stijging plaatsgevonden: in 2005 werd palliatieve sedatie toegepast bij 13,2% en in 2015 bij 28,9% van de patiënten die overleden aan kanker. Palliatieve sedatie werd in 2015 toegepast bij 10% van de patiënten die overleden aan hart- en vaatziekten. In 2015 werd bij 4,9% van de patiënten die overleden aan een longziekte palliatieve sedatie toegepast, bij patiënten die overleden aan een neurologische ziekte was dit 12,2%
Als sedativum werd bij 93% van de uitgevoerde palliatieve sedaties gebruik gemaakt van benzodiazepines. Voeding en/of toediening van vocht werd gestaakt bij 91% van de patiënten [Rietjens 2019]. In 2015 werd de beslissing tot het toepassen van palliatieve sedatie in 55% van de gevallen genomen door de huisarts, in 24% van de gevallen door de klinisch werkend specialist en in 21% van de gevallen door de specialist ouderengeneeskunde [Rietjens 2019]. In 21% van de gevallen van palliatieve sedatie werd een gespecialiseerd team palliatieve zorg geconsulteerd. Meestal gebeurde dit in de maand voorafgaand aan het sterven van de patiënt [Rietjens 2019].
Controverse rond richtlijn
Zoals eerder bericht door Carend is er een controverse over wie de beslissing mag nemen om sedatie te starten. Beroepsvereniging V&VN wil graag dat ook verpleegkundig specialisten deze indicatie mogen stellen. In veel zorginstellingen, waaronder ziekenhuizen en verpleeghuizen, maar ook in de thuissituatie hebben verpleegkundig specialisten vaak een belangrijke rol in de palliatieve en terminale fase van ziekten. V&VN heeft nu besloten de richtlijn niet te autoriseren, maar werkt aan een alternatieve leidraad. De controverse leidt tot veel ophef onder verpleegkundig specialisten.
Tijdens het webinar van 30 augustus zullen we uitgebreid ingaan op de oorzaken en de gevolgen van het niet autoriseren van de richtlijn door de verpleegkundig specialisten. Hierbij zal hun voorzitter (Inge Rinzema) ook aanwezig zijn om tekst en uitleg te geven. We hebben IKNL en KNMG ook gevraagd een afgevaardigde te sturen om een toelichting te geven, maar helaas hebben we nog geen naam gekregen. Wij hopen van harte dat er ook vanuit deze kant iemand aanwezig zal zijn voor een evenwichtige discussie.
Wat: "Webinar Herziene Richtlijn Palliatieve Sedatie"
Wanneer: Dinsdag 30 augustus 2022
Hoe laat: 20.00 uur
Inschrijven: hier
Download hier de herziene richtlijn.
Delen van de tekst met toestemming van IKNL overgenomen. Bron: Multidisciplinare Richtlijn Palliatieve Sedatie 2022. www.pallialine.nl/sedatie
Foto: IStock.