21 oktober 2024 overleed Mirjam Willemsen. Vrouw, geliefde, moeder, vriendin en een huisarts die ik iedereen zou gunnen. Een jaar eerder ontmoette ik Mirjam bij haar thuis in Maastricht in het kader van mijn boek ‘Mijn eerste euthanasie, verhalen van artsen’. Haar vrolijkheid, levenslust en hart voor goede en betrokken stervensbegeleiding staan mij bij. Ze inspireerde om zorg te dragen voor de ander. Niet alleen wanneer het einde nadert maar ook om de dood bespreekbaar te maken als je nog midden in het leven staat. Het afgelopen jaar hadden we af en toe contact via WhatsApp over het schrijven van onze boeken, die vlak na elkaar het levenslicht zagen. Haar boek ‘Het laatste hoofdstuk’ is een prachtig nalatenschap van een dokter die van haar patiënten hield. Als eerbetoon aan Mirjam lees je hieronder een aantal passages uit haar verhaal ‘Je moet er gewoon even voor gaan zitten’ uit mijn boek.
'Heerlijk toch dat ik vrijdag doodga
Ik vul alle formulieren in en laat een collega meekijken. Ik vind het wel een spannend idee dat straks andere mensen alles gaan controleren en daar een oordeel over vellen. Alsof ik een punt krijg voor een tentamen. Mijn patiënte is superlief. "Doe maar rustig aan, anders doen we het gewoon een week later". Ze is zo duidelijk dat ze euthanasie wil en dat ze wil dat ik het doe. De dag voor de euthanasie heeft de familie Grieks eten gehaald, wat ze voor haar moesten prakken vanwege het slikken. Wijntje erbij en wat hebben ze een gezellige avond gehad. Na het etentje neemt ze een slaappil om nog één goede nacht te maken. "Heerlijk toch, dat ik vrijdag doodga en donderdag nog met alle kinderen heb kunnen eten."
Euthanasie als laatste wens vervullen
Na die eerste euthanasie wist ik zeker dat ik het nog een keer zou doen, ik vond het eigenlijk heel mooi. Dat wist ik natuurlijk niet, wat ik ervan zou vinden. De manier waarop iemand heel mooi, rustig in slaap valt. Een klein snurkje, de ogen dicht, een tevreden gezicht, geen gevecht. Alles zelf mooi kunnen plannen. Toen het achter de rug was vond ik het zo’n mooie manier van sterven. Ik was mij bewust dat ik iemand hielp een laatste wens te vervullen, niet zozeer dat ik iemand ging doodmaken.
Verlies van autonomie
Lijden is in mijn ogen ook de angst voor verlies van autonomie, verlies van waardigheid. Omdat ik zelf ziek ben, ik heb kanker, kan ik mij daar de laatste jaren veel meer iets bij voorstellen. Die aantasting van autonomie is voor mij vreselijk. Dat geldt niet voor iedereen, maar wel voor mij. Ik voel mij dan heel klein, ziek en zwak, ik voel mij zielig en dat wil ik niet. Ik heb tien jaar geleden de diagnose kanker gekregen. Toen werd ik voor het eerst ziek. Sindsdien ben ik een andere huisarts. Ik kijk veel meer naar mensen. Ik vind mijzelf een betere huisarts geworden omdat ik veel meer aandacht heb voor de mens en wat er achter die persoon zit en wat hij zelf wil. Ik loop wat harder. Met het begeleiden van euthanasie ben ik meer dan voorheen bezig met doelen en wensen van iemand. Ik bespreek veel makkelijker angsten. Als je met patiënten praat over wat ze willen, dan gaat er een wereld open. Mensen vertellen het vaak niet uit zichzelf maar zijn zo blij als je naar hun leven vraagt, naar waar ze vandaan komen, hun hobby’s, wat willen ze nog, hoe is het met hun familie? Mensen komen dan los, je bouwt een vertrouwensband op. Je moet er gewoon even voor gaan zitten.
Verhalen vertellen
Ik vind het heel belangrijk om verhalen te vertellen over euthanasie en sterven. Ik wil bewustwording creëren omtrent het sterven. Ik heb zelf niet zoveel moeite met het begrip doodgaan. In de opleiding geneeskunde moet je ervoor zorgen dat iemand meegaat. Het is belangrijk dat iedereen een keer een euthanasie ziet, dat haalt angst en onzekerheid weg en daarmee ook weerstand. In de opleiding ontbreekt het aan goede gesprekken, maar die zijn zo belangrijk. Er zijn heel veel mensen betrokken bij het voor- en na traject van een euthanasie maar niemand ziet daadwerkelijk de euthanasie. Ik denk dat het heel belangrijk is dat mensen weten hoe dit gaat en dat je het ziet omdat je daarna gesprekken met mensen aangaat en oprecht kan vertellen hoe het is.
Ik vind euthanasie heel mooi
Elke euthanasie is anders. Ik heb bovenop een bed gezeten, zodat iedereen erbij kon. Ik heb een keer euthanasie verleend bij een hele koele, afstandelijke familie. Er was een euthanasie waar een band live muziek speelde. En eentje waar de man en vrouw in bed lagen en de man echt in de armen van zijn vrouw is gestorven. Elke euthanasie heeft iets unieks en iets moois. Ik heb nog nooit een nare ervaring gehad. Hoeveel moet je lijden om dood te willen gaan? Dan wil je niet alleen gaan. Dan wil je iemand die je vasthoudt en van je houdt.'
'Mijn eerste euthanasie, verhalen van artsen' (2024, Wendy Tollenaar, Uitgeverij de Graaff)