‘Mama, waarom staan er extra borden op tafel?’ Met haar grote groene ogen wijd opengesperd kijkt mijn dochtertje verbaasd naar de tafel. Hoe leg ik dit nu uit. ‘Het zijn extra borden voor opa en oma’, zeg ik dan, een beetje aarzelend. Ik weet al welke vraag er komt. ‘Oh, komen ze dan helemaal uit Engeland om te eten bij ons?’ Misser nummer één. Bij opa en oma denkt ze aan de nog levende opa en oma. In haar beleving heeft ieder kind één opa en oma en die van haar wonen in Engeland.
‘Eh nee, je andere opa en oma. Mijn papa en mama.’ Ik aarzel even en kijk hoe ze aandachtig de borden bestudeert. Ergens in mijn achterhoofd probeer ik me voor te bereiden op wat er komt.
Hoe leg ik haar uit dat ik het fijn vind om éénmaal per jaar mijn ouders, die gestorven zijn in het jaar voordat ze werd geboren, een plekje aan onze tafel te geven? Om er weer even bewust bij stil te staan, te herinneren, en ze even dichtbij me te voelen, al is het maar voor even.
Ik kijk naar de groeiende frons in haar voorhoofd, haar geconcentreerde blik. Wat zou ze denken? Is dit verwarrend of zelfs eng? Twijfel overvalt me. Was dit een vergissing? Ze is ook nog zo jong, wat moet ze hier nu mee?
Ze is even stil. Dan loopt ze naar de hoek van de keuken, waar naast de deur een foto hangt van haar tweede opa en oma. Ze pakt de foto van de muur en bestudeert hem nauwkeurig. Dan hangt ze hem voorzichtig weer terug en draait zich om. Ze loopt naar de tafel toe en schuift de lege borden van opa en oma heel voorzichtig naar zich toe, totdat ze naast haar kleine plastic Jip en Janneke bordje staan. Met grote concentratie pakt ze één voor één de wijnglazen met twee handen vast. En zet ze, samen met haar eigen drinkbeker, netjes op een rij, tegen elkaar aan. Ook de stoelen worden dichterbij gezet.
‘Mama, mogen ze naast mij zitten, zodat ik ze een knuffel kan geven?’, vraagt ze bedachtzaam, ‘zo vaak komen ze namelijk niet’.
Samen steken we de kaarsjes aan. Eentje voor opa, eentje voor oma, en eentje voor ons drieën. Buiten klettert de regen op de ramen, en de wind raast om het huis. Het is nog vroeg, maar nu al pikkedonker. De herfst is in volle gang. Maar aan tafel voelt het knus. Mijn dochtertje praat honderduit tegen opa en oma. Ze vertelt over alle dingen die ze deze week heeft gedaan. Over haar vriendje Noah, die een ieniemienie armbandje voor haar heeft gemaakt. Met eenhoorns en sterretjes. Over de juffrouw op school, die mopperde toen ze niet netjes in de rij ging staan. En over haar andere, silly billy, opa, die oma steeds voor de gek houdt, en waar ze altijd zo erg om moet lachen.
Af en toe kijkt ze me met stralende ogen aan en zegt: ‘ik denk dat opa en oma het gezellig vinden, hè mama?’ Ik knik en knipper een traan die opkomt heel hard weg. Ik voel de warme hand van mijn man op mijn arm. Hij geeft me een klein kneepje. Ik zie dat ook zijn ogen vochtig zijn.
Na het eten sta ik op om alles op te ruimen. Maar voordat ik het bord van oma kan pakken, springt mijn dochtertje op en houdt me tegen. ‘Ik doe het wel mama,’ zegt ze vol overtuiging, ‘want opa en oma hebben een volle buik van al dat eten. Dan hoeven ze niet op te staan om mee te helpen’. Ze loopt driftig heen en weer naar de vaatwasser en ruimt, tot onze grote verbazing, alles netjes op.
‘Oma wil nog een chocoladetoetje,’ zegt ze als ze klaar is, met een ondeugende blik en twinkelende ogen, ‘mag ik er dan ook eentje?’ Voor deze keer mag het. Want oma was dol op chocoladetoetjes. ‘Maar opa niet hoor’, zegt ze resoluut, ‘die houdt er helemaal niet van’. Een tikkeltje verbaasd kijk ik haar aan. ‘Dat klopt’, zeg ik dan, ‘opa heeft liever nog een glaasje wijn’.
Als ik haar ’s avonds in bed stop en haar ogen bijna dicht vallen van de slaap, slaat ze opeens haar kleine armpjes stevig om mijn nek en fluistert ze zachtjes in mijn oor: ‘Mama, mogen opa en oma vaker komen eten? Ik weet dat ze dood zijn, hoor, maar ik vond het echt heel erg leuk dat ze er even waren.’
Rituelen en gebruiken rondom rouw kunnen nabestaanden veel troost bieden. Lees hier meer over rouwtradities uit verschillende culturen.
Tijdens het congres Rouw en Nazorg op 21 januari 2026 duiken we samen met vier toonaangevende sprekers in de vele gezichten van verlies. Vanuit spiritueel, psychologisch, cultureel en ethisch perspectief belichten zij hoe we betekenisvolle ondersteuning kunnen bieden aan mensen die rouwen. Met verhalen uit de praktijk, wetenschappelijke inzichten en praktische handvatten.