In de rubriek 'Die ene palliatieve patiënt' vertelt een zorgverlener over een patiënt die indruk heeft gemaakt of een nieuw inzicht heeft gegeven. Deze aflevering met Carlo Leget, hoogleraar zorgethiek.
‘Ik ben geen zorgverlener maar spreek wel patiënten tijdens mijn onderzoeken. Er zijn meerdere patiënten die veel indruk hebben gemaakt maar één persoon staat nog in het bijzonder op mijn netvlies. Zo’n vijfentwintig jaar geleden deed ik in een verpleeghuis onderzoek naar zingeving rond het levenseinde. Ik was destijds begin dertig. Er was een man van mijn leeftijd met maagkanker, hij had een dikke, gespannen buik. Ik hielp hem met wassen en aankleden en doordat ik voor hem zorgde ontstond er een band. Dat maakte bij mij liefde en vriendschap los.
Ik was getrouwd, had drie kinderen, was gezond en had een baan. Hij was even oud, gescheiden, had ook kinderen, was terminaal ziek en had veel problemen. Het was een droevige spiegel die me confronteerde met hoeveel geluk ik had. Het trok me aan en stootte me ook wel af. Ik vond het aangrijpend om te zien hoe hij probeerde de moed erin te houden en er het beste van te maken. Hij wilde alles goed regelen voor zijn ex-partner en de kinderen. Mijn leeftijdgenoot kon goed praten over zijn situatie en het naderende einde. Hij overleed kort nadat ik mijn onderzoeksstage had afgerond.
Ik werd uitgenodigd voor de uitvaart, er waren meer zorgverleners. In de kapel klonk opeens zijn aparte en herkenbare stem. Hij had een geluidsopname gemaakt en sprak iedereen toe. Hij richtte zich tot zijn ouders en vrienden en had voor iedereen de boodschap: “Maak iets van het leven en wees blij dat je leeft”. Het raakte mij diep dat hij zelfs na zijn overlijden anderen steunde.
Ik vermoed dat deze patiënt mij is zo is bijgebleven omdat het zo resoneerde met mijn eigen leven. Het zorgde ervoor dat ik dankbaar was dat ik mijn leven kon opbouwen. Ik beschouwde dat niet meer als vanzelfsprekend. Zaken waar ik eerder niet over nadacht waren opeens bijzonder. Ik voelde me ook verantwoordelijk om iets van mijn leven te maken en om te werken aan een leefbare wereld. Hij kreeg die tijd niet. Deze palliatieve patiënt heeft ervoor gezorgd dat ik anders ben gaan nadenken over mijn eigen leven.'