Volgende week, op dinsdagavond 21 juni, organiseert Carend een webinar over 'Dyspneu in de palliatieve (en terminale) fase.
Sprekers zijn longarts Sander de Hosson en verpleegkundig specialist Mariëtte Scholma.
Wij interviewden Sander de Hosson over dit veelvoorkomend symptoom.
Hoe vaak komt benauwdheid voor bij patienten die ongeneeslijk ziek zijn?
Vaak tot heel vaak. Bij alle patiënten met kanker is er in 35% van de gevallen gedurende het ziektetraject een of meerdere periode(n) met benauwdheid. Bij patienten met longkanker is dit zelfs 70% en bij COPD en hartfalen respectievelijk 94% en 72%. Een veelvoorkomend probleem dus. In de stervensfase zien we bij ongeveer 40% van de patienten dat er sprake is van benauwdheid. Dat wisselt natuurlijk wel per ziektebeeld, zeker als de longen of het hart betrokken zijn bij het ziekteproces ligt dit hoger.
Hoe behandelt men benauwdheid?
Daar ga ik volgende week heel uitgebreid op in. Het hangt vooral af van hoe ver het ziekteproces gevorderd is en wat de oorzaak is. In het begin van een ziekte, zal men met name gericht zijn op de oorzaak (ziektegerichte palliatie). Daar vindt dan uiteraard diagnostiek naar plaats, waarbij een longfoto of een scan van de longen een belangrijke rol heeft.
Als er vocht achter de long zit (pleuravocht), dan zullen we dit draineren door middel van een thoraxdrain. Longembolieen komen ook vaak voor en die kunnen we goed behandelen met bloedverdunners. Bij COPD is er een belangrijke plaats voor pufjes en inspanningstherapie zoals fysiotherapie en longrevalidatie. Bij hartfalen wordt behandeld met medicatie zoals diuretica en zal de cardioloog kijken of er interventies mogelijk zijn zoals een hartklep of behandeling van kransslagaderziektes.
Als een ziekte vordert en dit soort ziektegerichte behandelingen minder effect hebben, zal steeds meer aandacht uitgaan naar symptoomgerichte behandeling. Bij benauwdheid heeft morfine hierbij een grote rol, maar ook bij benauwdheid verdienen alle domeinen van de palliatieve zorg veel aandacht.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar niet-medicamenteuze behandelingen zoals fysiotherapie, ademhalingsoefeningen, maar ook bijvoorbeeld handventilatoren die op het gezicht worden gericht, hebben een plek. Het inzicht over de behandeling van benauwdheid is in beweging. Dat is een mooi gegeven voor de patient.
Handventilatoren?
Ja. Recent zijn een aantal studies verschenen die laten zien dat kleine handventilatoren die op het gelaat gericht worden bij mensen met gevorderde ziekte, een significante afname van benauwdheid geven. Er zijn meer studies nodig, maar in ons ziekenhuis onderzoeken we nu de mogelijkheden om dit op de afdelingen meer in te zetten. Waarschijnlijk ontstaat dit effect door prikkeling van de gelaatszenuwen. Ik vind dit soort onderzoeken buitengewoon interessant. Zulke interventies zijn ook nog eens heel makkelijk uit te voeren, een grote winst dus.
Hoe beïnvloedt angst benauwdheid?
Enorm. Benauwdheid en angst beïnvloeden elkaar heel sterk. Patienten die benauwdzijn ervaren meer angst en angst roept weer benauwdheid op. Het is dus van grote waarde om als zorgverlener deze angst heel goed uit te vragen. Waar is iemand precies bang voor? Vaak speelt er dan ook problematiek op het gebied van de zingeving of binnen de sociale context. Hier zie je de waarde van een multidimensionele benadering. Gelukkig werk ik binnen een palliatief team, waarbij we elkaars hulp kunnen inroepen. De geestelijk verzorger kan bij voorbeeld een hele waardevolle rol spelen.
Hoe behandelt men benauwdheid in de stervensfase?
Zonder twijfel speelt morfine een hele belangrijke rol om benauwdheid in het sterfbed goed te bestrijden. Vaak wordt dit in een pompje gegeven en opgehoogd op geleide van de klachten. Voordeel van continue toediening is dat er minder vaak doorbraakdyspneu optreedt. Als er refractaire dyspneu is, zal een arts kiezen voor palliatieve sedatie. Met die behandeling verlagen we het bewustzijn totdat er een acceptabel klachtenpatroon is.
Over benauwdheid is nog veel meer te zeggen en dat zullen we volgende week in een twee uur durend webinar doen, mede aan de hand van veel thoraxfoto's en scans. We hebben er zin in!
Wat? Webinar 'Dyspneu in de palliatieve fase'
Wanneer? dinsdag 21 juni 2022
Hoe laat? 20.00 - 22.00 uur
Voor wie? Het webinar is geaccrediteerd voor artsen (ABAN), verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN), verpleegkundig specialisten (VSR), phycisian assistants (NAPA) en geestelijk verzorgers, maar iedereen met interesse in dit onderwerp is van harte welkom. Studenten krijgen korting.
Inschrijven? https://www.carend.nl/webinars#dyspneu-de-palliatieve-fase
Over de sprekers:
Sander de Hosson is longarts. Hij heeft veel geschreven over zijn werk door middel van columns en blogs die zijn gebundeld in het boek Slotcouplet. Ook is hij hoofdredacteur van het boek Probleemgeorienteerd denken in de Palliatieve Zorg dat binnenkort in een tweede druk uitkomt.
Mariette Scholma is verpleegkundig specialist. Zij richt zich met name op patienten met COPD en schreef mee aan verschillende richtlijnen.
Lees ook dit artikel over Palliatieve zorg bij COPD of kijk het webinar daarover terug.