De laatste zorg geven is elke keer weer bijzonder

Auteur: Thea Haffmans, vrijwilliger bij het Stadshospice Utrecht
01.10.2025
De laatste zorg geven is elke keer weer bijzonder
Auteur: Thea Haffmans, vrijwilliger bij het Stadshospice Utrecht
01.10.2025

‘Gebruikte uw vrouw graag bodylotion?’ De man staat bij het bed van zijn vrouw in het hospice. Ze is net overleden. Ik ben als vrijwilliger gevraagd om samen met hem de laatste zorg te doen. Zijn vrouw verbleef al wat langer in het hospice, dus we kennen elkaar al wat beter. ‘Ja,’ zegt hij, als antwoord op mijn vraag, ‘Ik heb haar tijdens haar hele ziekzijn iedere dag na het douchen met bodylotion ingesmeerd.’ ‘Dan mag u nu dat nu ook doen, als u dat zou willen,’ zeg ik. Ik pak de lotion, giet wat op zijn hand en doe een paar stapjes terug. Ik zie hoe de man zijn vrouw insmeert met de lotion. Hoe hij op die manier, heel langzaam, met elke aanraking afscheid neemt van het lichaam van zijn vrouw.

De twee maakten veel mee. Ze ontmoetten elkaar pas op een wat latere leeftijd. De vrouw raakte zwanger, maar beviel van een doodgeboren kindje. Haar man liet ter nagedachtenis aan het kindje een kettinkje maken, dat zijn vrouw ook nu nog draagt. Later kregen ze een zoon. Hij is nu ook in de kamer en zoekt kleurrijke en vrolijke kleding uit waarmee we zijn moeder voor een laatste keer gaan aankleden.

De laatste zorg geven is heel intiem. Een uur eerder is iemand soms nog aanspreekbaar. En even daarna ben je, soms samen met de familie, iemand aan het verzorgen. Het is altijd fijn en bijzonder, omdat het elke keer weer zo persoonlijk is. Tijdens de verzorging komen vaak de verhalen los. Je praat niet over de dood, maar over het leven. Familieleden vertellen over hun dierbare die daar ligt. Bijvoorbeeld: ‘Mijn moeder is nooit meer gelukkig geworden na het overlijden van mijn vader’. Of: ‘Ze was geen fijne moeder, vanwege haar moeilijke jeugd.’ Er wordt soms ook gelachen. Familieleden maken regelmatig zelf grapjes, om het wat luchtiger te maken. Binnen het hospice geef ik anderen ook les in het bieden van de laatste zorg. Soms is dat taaie stof, het gaat over veel handelingen. Tegelijkertijd benadruk ik vooral hoe belangrijk aandacht, liefde en respect zijn op zo’n moment.

Een tijd geleden stapte ik een kamer binnen waar een nieuwe gast was opgenomen. Ze herkende me en zei: ‘Jij bent Thea, en jij hebt vijf jaar geleden samen met mijn kinderen en kleinkinderen de laatste zorg aan mijn man gegeven.’ Toen ze niet veel later zelf overleed, vroeg de familie mij opnieuw. We stonden weer met elkaar rond het bed. De kleinkinderen waren inmiddels pubers. Van deze dochters en kleinkinderen kreeg ik na afloop dikke knuffels. Ze vonden het mooi om dit weer samen te mogen doen. Iedere familie heeft haar eigen wensen en doet dit het liefst op een eigen manier. Soms zetten we muziek op. Er was ook eens iemand die gitaar kwam spelen tijdens de laatste zorg.

Als familieleden willen helpen bij de laatste zorg, dan begin ik met wat uitleg. Ik heb bepaalde rituelen en daar vertel ik over. Dan zeg ik: ‘We gaan uw moeder lichamelijk helemaal verzorgen en mooi aankleden. Daarbij letten we ook op de details, zoals of de nagels verzorgd zijn, hoe het haar zit en we brengen ook wel make-up aan als dat gewenst is.’ Verder leg ik uit dat een lichaam soms nog kan reageren. Dat is belangrijk voor mensen, zodat ze daar niet van schrikken.

Sommigen zeggen: ‘Nee, ik durf niet te helpen.’ Dan nodig ik ze uit om er wel bij aanwezig te zijn. Soms is het mooi om te zien dat, eenmaal in de kamer, iemand toch langzaam dichterbij komt en alsnog mee gaat helpen. Anderen hebben hun vader of moeder al langer verzorgd en hebben er geen moeite mee. Tranen vloeien er soms ook. Dan stoppen we even of doen het wat rustiger aan. Ik denk wel dat het naasten in hun rouwproces kan helpen wanneer ze zelf betrokken zijn bij de laatste zorg. Dit is iets wat ik ook regelmatig van mensen terug hoor.

Als er familie bij aanwezig is gaat alles op een extra rustig tempo. Het trekken aan een shirt kan namelijk al snel als onprettig worden ervaren. Zelf blijf ik de gast ook na het overlijden gewoon aanspreken. ‘Ik ga u even iets draaien,’ zeg ik dan. Een uur eerder zouden we hem of haar ook zo hebben aangesproken, dus dat blijf ik doen. Benader ieder sterven steeds opnieuw, zou ik willen zeggen. Geen enkel overlijden is hetzelfde. Mensen zijn uniek, en dat blijft zo, ook nadat ze zijn overleden.


Thea Haffmans is vrijwilliger bij het Stadshospice Utrecht. Zij doet dit werk nu 18 jaar. Eén van de dingen die zij doet is de laatste zorg verlenen wanneer mensen overlijden in het hospice. De meeste mensen willen het liefst thuis blijven in de laatste fase van hun leven. Een vertrouwde omgeving met familie en vrienden dichtbij. Soms is er dan wel professionele zorg nodig. En in veel gevallen komt die zorg voor een groot deel ook op de schouders van mantelzorgers terecht. Wanneer de palliatieve fase langer duurt dan vooraf werd gedacht wordt de druk op de omgeving ook groter. Er wordt veel gevraagd van mantelzorgers, soms gedurende weken of zelfs maanden. Het Stadshospice in Utrecht heeft een team van speciaal opgeleide vrijwilligers die ook bij mensen thuis langsgaan om ondersteuning te bieden. Meer informatie? Klik hier