Wendy Tollenaar maakt een boek met verhalen over de eerste euthanasie van huisartsen. Carend mag alvast een deel van één verhaal plaatsen, dat van huisarts Marike de Meij. Zij is lid van het team Palliatieve en Ondersteunende Zorg van het OLVG in Amsterdam.
‘Het is winter, een zonnige dag. Mijn collega en ik fietsen naar de apotheek. Daar vindt men het, net als wij, spannend en bijzonder. De apotheker heeft de medicatie klaargezet, met grote nummers erop. Ik krijg de spullen mee in een tasje, stop het in mijn eigen fietstas en rijd er daarna mee door de stad.
Als we aankomen is het huis waar de euthanasie plaats gaat vinden vol. Het is een prachtig appartement, heel mooi ingericht. Haar ouders en zussen zijn er en vriendinnen. Er is veel liefde om haar heen. Ze is benauwd en lijdt zichtbaar, iedereen begrijpt haar keuze. Nadat mijn collega en ik gearriveerd zijn willen ze met elkaar een ritueel doen. Er zijn veel mensen in de woonkamer, zij ligt boven. Ik realiseer me dat ik daar kom als dokter en dat ik iets kom doen wat een ander niet kan en mag. Ik ga iets heel naars doen, ik ga iemand doodmaken.
Eigenlijk is de weg naar sterven vergelijkbaar met het geboorteplan. Daar laten we het ook nauwelijks aan de natuur over. Soms is dat nodig, de natuur kan heel vervelend, hard en naar zijn. Daarom maken we een plan met wensen en grenzen. Dat vastleggen vind ik dikwijls niet conform de realiteit omdat het nogal eens anders gaat dan in het plan staat. Als je meewandelt nemen we af en toe een afslag die we niet hadden bedacht. Iemand kan ingehaald worden door zijn ziekte. Je kan van tevoren bedenken “als ik zó ziek ben hoeft het niet meer” maar als het dan eenmaal zo ver is wil je mogelijk toch nog verder leven. Je blijft grenzen verleggen. Ik wil een beetje mee kunnen dansen met wat er gebeurt. Daar moeten wij, hulpverleners, hard voor werken. We geven patiënten vertrouwen. Is er een nieuwe situatie? Wij zijn erbij, we grijpen in, we helpen. We zeggen tegen patiënten dat ze vooral dingen kunnen proberen te doen die zij willen, als mens, als ouder en als geliefde. Tot het niet meer gaat.
Ik wandel als huisarts in de palliatieve zorg mee. Dat meewandelen is actief. Je moet je plek kennen, het is een soort hogeschool communiceren. Wat kan ik wel of niet zeggen op welk moment? Ik houd rekening met culturele verschillen, naasten, gezinsstructuren. Er wordt veel van mij gevraagd maar het is zo mooi om dat te kunnen geven. Dat voelt voor mij passend. Het gaat om aanvoelen. Ik wandel mee met iemand die dood gaat. Er is niet maar één weg. Je weet nooit hoe het gaat verlopen. Dat traject naar het einde is zo intiem, zo persoonlijk. Ik vind het bijzonder om daarbij te mogen zijn.’
Ongeveer een half jaar geleden begon Wendy Tollenaar aan haar boek Mijn eerste euthanasie; verhalen van huisarten. Een idee dat ontstond toen een goede vriendin als huisarts te maken kreeg met haar eerste euthanasie. Een jonge dokter, in de eerste jaren van haar carrière. Hoe was dit voor haar? Wendy heeft haar verhaal opgeschreven. Het raakte haar en ze werd nieuwsgierig naar dit bijzondere onderdeel van het huisartsenvak. Ze besloot andere (huis)artsen te vragen naar hun ervaring. Inmiddels heeft ze de ervaringen van meerdere huisartsen opgetekend. De verhalen geven een persoonlijk inkijkje in hoe zij zijn omgegaan met het eerste euthanasieverzoek dat op hun pad kwam. Was het een worsteling, zagen zij het als hun plicht of weigerden ze euthanasie? Hoe heeft het hen geraakt en gevormd in wie ze nu zijn, als mens en als arts?
Wendy: ‘In mijn werk als uitvaartbegeleider, verlies-, en rouwtherapeut in opleiding en zorgvrijwilliger in een hospice wandel ik regelmatig een eindje mee met mensen. Mensen in het laatste deel van het leven. Mensen die geliefden zijn verloren of die op een andere manier te maken hebben met afscheid, verlies en rouw. Aangezien rouw geen strategie kent gebeurt er veel. Kan er gelachen worden na de dood. Is de laatste dag van het leven de koffie nog steeds lekker. Zijn er tranen om dat wat niet meer komen gaat. En zie ik heel veel liefde.’
Foto: Anastasia Rasstrigina