Ik hou niet zoveel van jou

Auteur: Esther, dochter
17.01.2023
Ik hou niet zoveel van jou
Auteur: Esther, dochter
17.01.2023

Het was een dinsdagochtend. Ik probeerde te doen alsof ik niet zenuwachtig was, alsof er niets op het spel stond. En ik geloofde het ook. Zoals dat soms gaat als dingen moeilijk zijn, of pijnlijk, of allebei. De gangen waar ik doorheen liep, op weg naar mijn afspraak, waren stiller dan ik had verwacht. Eén dokter passeerde mij en hij groette mij niet.

De volgende persoon die ik tegenkwam was mijn vader. Ik had, nu ik wist dat hij zou gaan sterven, zelf dit gesprek gearrangeerd. Toch schrok ik. Alsof de ontmoeting onverwacht was. Hij zag er mager en ziek uit, een beetje verwilderd. Het was netjes geweest als ik medeleven had gevoeld, niet een beetje, maar veel. In plaats daarvan versterkte zijn verschijning mijn gevoel van afkeer. Ik kuste hem koel op de wang, dat deed je toen nog, want van corona had nog nooit iemand gehoord.     

Een stroom van koetjes en kalfjes dreigde. Ik weerde ze af met stug-korte antwoorden en zwijgen wanneer dat kon. Inwendig raakte ik ondertussen verward: ik wilde het contact herstellen, dus waarom deed ik dan zo? Waarom kon mijn gevoel niet gewoon het plan volgen dat ik had opgevat?

De vrouw die het gesprek zou begeleiden heette Trudy. Ik had haar opgezocht via Google en had gezien dat ze kerkelijk actief was. Hoewel ik zelf niet op die manier gelovig ben - eigenlijk zelfs niet weet óf ik gelovig ben - ervoer ik dat als een pré. Misschien hoopte ik dat haar antecedenten haar in staat zouden stellen godswonderen te verrichten in de relatie tussen mij en mijn vader? 

De kamer vulde zich al snel met verwijten en nooit eerder uitgesproken verdriet. Over hoe hij mij nooit beschermde tegen mijn moeder, akkoord ging met al haar grillen en gekte, mij gebruikte als praatpaal, maar tenslotte nooit koos voor mij. Hoewel de doos met tissues uitnodigend klaar stond, leek het kleine tafeltje dat tussen mij en mijn vader in stond niet berekend op zoveel smart. Al halverwege het gesprek was het blad verdwenen onder de zakdoekjes. 

Mijn vader maakte geen gebruik van de tissues. Hij balde zijn vuisten tot zijn knokkels er wit van zagen, maar we hoefden heus niet te denken dat hij ook verdrietig was. Hij wilde het zelf misschien ook niet denken, wie weet.

Belangrijk voor hem was of ik het mensen had verteld, wie ervan wisten. Verder stelde hij geen vragen. Hij luisterde. Wat hij hoorde of voelde wist ik niet, maar de essentie van wat ik te vertellen had leek hem te ontgaan. Opnieuw voelde ik mij niet werkelijk gehoord. Ook bleek er, toen ik vroeg of we nog eens koffie konden drinken, niets te zijn veranderd. Dat hij mij ontmoette zonder mijn moeder was eenmalig. ‘Want ik hou niet zoveel van jou’, zei hij, ‘ik hou veel meer van je moeder.’

Al mijn gedachten over zijn onderdanigheid tegenover mijn moeder en over hoe hij vastzat in deze relatie hielpen niets. Dit was de realiteit. We zouden elkaar niet meer zien. 


Foto: zms

Maria
Beste Esther, Dit gaat recht mijn hart in. Wat dapper dat je sowieso een poging hebt gedaan om het contact te herstellen. Ik hoop heel erg dat je het hebt kunnen verwerken. Ben zelf een verstoten "kind" uit een gezin. Broers en zussen wel in de gratie, ik als enige niet. Ik weet niet of ik een vraag mag stellen... maar heb jij nog broer(s)/zus(sen)? Zo ja, kregen die dezelfde 'behandeling'? warme groet, Maria
Afke Bohle
Hallo Maria, De schrijfster van deze column wil anoniem blijven, maar ze heeft via ons, Carend, laten weten dat ze je woorden ontvangen heeft en je veel sterkte wenst. Dank voor jouw reactie Maria.
Log in om reacties te plaatsen