Saskia Kok van Carend in gesprek met Marieke Zwart, hoofdcoördinator bij Hospice In Vrijheid te Purmerend. Samen met collega-coördinator Nel Persenaire faciliteert Marieke de zorg en ondersteuning voor vier bewoners in het bijna-thuis-huis.
Het voelt er vanaf het eerste moment welkom! Met een goede kop koffie neem ik plaats in de hal die door het hoge plafond en de grote raampartij ruimtelijk en licht aanvoelt. Deze fijne ruimte is de plek waar de bewoners, meestal lopend, binnenkomen en waar de bewoners na een hartverwarmende uitgeleide, het hospice ook weer verlaten. Op het dressoir staan vier kleine windlichten met vier witte kaarsen waarop het logo van het hospice. De kaarsen worden omgeven door kleine steentjes. Elke windlicht met een eigen kleur steentjes: Oranje, groen, blauw en oranje.
Marieke is onverwacht langer in een nazorggesprek met nabestaanden. Zij kwamen persoonlijk langs om alle vrijwilligers, de medewerkers van thuiszorgorganisatie Zorgcirkel en de coördinatoren te bedanken voor de liefdevolle laatste weken van hun dierbare.
Een dag in het hospice loopt vaak anders dan je van tevoren had bedacht. Het is meebewegen met wat zich aandient in het moment en daar is op deze plek alle ruimte en begrip voor.
Wanneer iemand overleden is, belt de coördinator na zes tot acht weken met de contactpersoon. In dit nazorggesprek wordt in ieder geval naar drie onderwerpen geïnformeerd:
Hoe was de overgang van thuis (of het ziekenhuis) naar het hospice? Wat vond u van de voorlichting en informatie?
Hoe heeft u onze zorg en ondersteuning ervaren, en het contact met de huisarts?
Wat vond u van de door ons geboden laatste zorg en de uitgeleide?
De vier bewonerskamers hebben veel ruimte die door de bewoner zelf ingericht kan worden zodat het nog meer zijn of haar kamer wordt. Een schilderij van thuis aan de muur, fotolijstjes of andere dierbare voorwerpen. Marieke vertelt de vrijwilligers altijd ‘Lees de kamer, zie wat de bewoner heeft meegebracht, het zijn mooie handvatten voor een gesprek.’ Een dierbaar ‘voorwerp’ was onlangs een goudvis met de naam Blub. De bewoner vertelde Marieke dat deze voor haar zou worden na overlijden. En zo geschiedde. Blub is geadopteerd en woont nu in het hospice.
Daarnaast hebben de vier bewonerskamers een eigen kleur: Oranje, groen, blauw en bruin. Zowel de wand aan de buitenkant van de deur als de stoelen, gordijnen en andere accenten in de kamer, hebben dezelfde ene kleur. Oranje staat voor het vuurelement, groen voor lucht, blauw voor het water en bruin voor de aarde. Deze vier natuurlijke elementen zijn de bouwstenen van de natuur en het leven. Als één zou wegvallen, zou al het leven op aarde ophouden te bestaan. Ook in ons lichaam zijn ze onmisbaar.
Het stervensproces kan geduid worden aan de hand van de elementenleer. Iemand die sterft, onthecht zich langzaam van de aarde. Als eerste verlaat het aarde element het lichaam. Iemand wordt zwakker en wordt bedlegerig. Het wegebben van het waterelement kan gepaard gaan met een loopoor en met incontinentie. Het vervagen van het vuurelement zorgt voor koude handen en voeten, de uiteinden van het lichaam voelen kouder aan. Als laatste verlaat het luchtelement het lichaam, de ademhaling stopt.
Afrondend vertelt Marieke nogmaals: ‘Lees de kamer. Vind je het als vrijwilliger lastig een gesprek te starten met een bewoner. Lees de kamer. En het gaat om zoveel meer in een kamer, het is de energie die je soms wel of niet voelt bij een bewoner en ook bij familieleden. Het is afstemmen en soms de stilte durven laten vallen. Een bewoner mag zich terugtrekken in zijn of haar eigen cocon.
Lees kamer of is het lees een bewoner?