Trudy (een ode)

Auteur: Sander de Hosson
07.04.2022
Trudy (een ode)
Auteur: Sander de Hosson
07.04.2022
*Too often we underestimate the power of a touch, a smile, a kind word, a listening ear, an honest compliment, or the smallest act of caring, all of which have the potential to turn a life around.* Leo Buscaglia (1924-1998) ----- ‘Trudy’, zegt ze als ze me een hand geeft. ‘Ga zitten. Ik ben vrijwilliger hier'. Ze zit aan een grote houten tafel met zeker tien beklede stoelen in een ruimte die ze de ‘huiskamer’ noemt. Er staan grote, diepe banken in de hoek. Ik was hier al wel geweest, maar niet eerder ’s avonds en pas nu valt me echt de warmte op: de kamer baadt in sfeerlichting vanuit alle hoeken, waardoor het niet ingewikkeld is om je snel op je gemak te voelen. Voor Trudy ligt een trui die driekwart af is. Terwijl ik ga zitten, werkt ze gedisciplineerd door en ik kijk geïntrigeerd naar elke omhaal die ze maakt; het is indrukwekkend met welke precisie en snelheid ze uit vele draden dit kunstwerk maakt. ‘Voor mijn kleinzoon’, glimlacht ze. Er staat een kerstman op. ‘Zo’, zegt ze. ‘Jij bent een van haar zonen’, terwijl ze doorgaat met haar breiwerk. ‘Ja, zeg ik, de jongste.” Eigenlijk wil ik niet praten. Het liefst wil ik schreeuwen. Er schieten tranen in mijn ogen, als ik me verontschuldig, Trudy is voor mij wildvreemd, maar dat maakt haar in ieder geval niets uit: “Laat het lekker gaan, jongen. Kan jou het schelen! "Wil je een wijntje, want dat jankt wat makkelijker.” Zonder mijn reactie af te wachten, plant ze een wijnglas voor me en met harde klokgeluiden schenkt ze die in. “Zo, zeg, 2009. Dat is beslist geen slecht jaar.” In een kamer verder in de gang ligt mijn moeder al een paar dagen op sterven. Vanavond waak ik even een uurtje alleen, omdat de rest douchen is. Ik ben blij dat ik even stoom kan afblazen, want de eenzijdigheid van het afscheid was me ineens overvallen. Door een grote hersentumor is er al weken nauwelijks en al dagen geen enkel contact meer. Toen ik even haar hand vastpakte, voelde ik helemaal geen lichamelijke reactie meer. Er was geen spierspanning in de hand, geen warmte en geen beweging van de rest van haar lichaam of gesloten oogleden. Helemaal niets. Als ik dit aan Trudy vertel, kijkt ze op van haar breiwerk: “Weet je wel dat er studies zijn gedaan die laten zien dat de waarneming van geluid en van gevoel tot in de allerlaatste fase aanwezig blijft?” Stervenden blijven voelen en blijven horen, dat hebben ze aangetoond met onderzoeken waarbij ze van die plakkers op het hoofd hebben geplaatst die de hersenactiviteit meten.” “Nee,” zeg ik. "Ik wist dat niet." “Misschien reageert ze dan wel niet meer op jou. Maar ze voelt en hoort je beslist. Mensen die sterven, horen en voelen ons. Dat is aangetoond. Praat nooit over de stervende, maar praat tegen hem of haar. En weet dat als je afscheid neemt, dat vaak op vele andere manieren gebeurt dan met woorden alleen.” Wat Trudy mij daar vertelt, heb ik altijd onthouden. Ik ben later de studies gaan nazoeken en het bleek te kloppen. De gehoors- en gevoelscentra blijven intact. Deze informatie is voor mij van cruciale waarde, want in de laatste uren van mijn moeder ben ik haar anders gaan vasthouden. Intenser. Ik heb op een andere manier met haar gepraat. Hierdoor werd een diepere laag aan mijn afscheid van haar toegevoegd en die zal altijd betekenisvol blijven. Elke dag in dit hospice is onderdeel van een ongekend ‘life event’. Als net dertiger, met dan al kilometers begeleiding in de palliatieve zorg op de teller, besef ik dat van al die kennis en ervaring maar bar weinig over blijft als het ineens niet over een van mijn patiënten, maar over mijn eigen moeder en mijzelf gaat. In die kwetsbare dagen en uren is het een bijzondere ervaring dat mensen als Trudy een enorme impact kunnen hebben door te praten over ogenschijnlijke details. Maar dat zijn het helemaal niet. Haar 'er gewoon zijn' is de absolute basis van goede palliatieve zorg. Nu, precies 11 jaren later kan ik nog altijd hele specifieke details herinneren. Niet de namen van de verpleegkundigen en vrijwilligers, niet hoe ze er precies uitzagen, maar wel hoe ze keken en wat ze zeiden. Welk gevoel dat bij mij gaf. Hoewel deze tijd altijd omlijst zal blijven met zwarte randen, is het verblijf in het hospice een rake feel good movie geworden. Soms stap ik in gedachten weer even die huiskamer binnen en zit ik in stilte met ontzag weer bij Trudy aan die mooie grote tafel. ----- Op 28 april organiseert Carend een webinar over o.a. vrijwilligers in de palliatieve en terminale zorg. De opbrengsten gaan naar het goede doel. Lees meer op onze site.