De kunst van het loslaten

Auteur: Sander de Hosson, longarts
20.04.2025
De kunst van het loslaten
Auteur: Sander de Hosson, longarts
20.04.2025

“Ik wil alles goed regelen voor als ik dood ga.” Het is iets wat ik regelmatig hoor tijdens mijn spreekuur. Mensen willen grip houden, ook op het sterven. En dat begrijp ik. Ze maken lijstjes, regelen de begrafenis tot in detail, schrijven brieven voor later en proberen zelfs het sterfproces zelf voor te bereiden. Ze zoeken houvast in een tijd waarin alles wankelt.

Ook medische beslissingen worden steeds vaker van tevoren besproken. Patiënten willen soms vooraf bespreken welke medicijnen ze straks wel of niet willen. Ze vragen -terecht- naar palliatieve sedatie, willen daar op tijd mee beginnen, niet te vroeg, niet te laat. Maar dan leg ik ze uit dat ook dit, net als het sterven zelf, zich ook niet volledig laat plannen. 

Sedatie is geen knop die zorgverleners omzetten als de tijd rijp lijkt. Het is een afweging, afhankelijk van niet goed meer te bestrijden klachten, het juiste moment, de context. Ook hier is ruimte nodig – voor het proces zoals het zich aandient, niet alleen voor het scenario zoals we het bedenken.

 Op de afdeling zie ik hoe de controledrift bij mensen vaak langzaam verdwijnt. Het lichaam gaat namelijk zijn eigen gang. De geest laat soms al eerder los dan het hart. En dat is moeilijk – voor patiënten, maar zeker ook voor hun naasten.

Soms zit iemand aan het bed van een geliefde die niet meer reageert. “We zouden nog praten,” zeggen ze dan. Maar dat moment is dan al voorbij. Niet omdat iemand iets fout deed, maar omdat het sterven geen afspraken volgt.

Een vrouw vertelde me laatst dat ze alles had geregeld: de muziek, de teksten, zelfs de volgorde van de sprekers bij haar uitvaart. Maar toen het einde naderde, was er vooral onrust. Ze was moe, warrig, kortademig. Geen rust, geen afronding zoals ze had gehoopt. Haar man zat naast haar, stil. Soms pakte hij haar hand vast. Maar meestal ook niet, want “dat deden we hiervoor ook niet vaak.” Toch was hij er. Geen grote woorden. Wel zijn aanwezigheid.

Een andere keer waakte een man onafgebroken bij zijn vrouw. Hij hield alles bij: medicatie, symptomen, elk klein signaal. Toen ze overleed, zei hij zacht: “Ik was zo bezig met zorgen… misschien heb ik haar niet echt meer aangekeken.”

Het zijn geen uitzonderingen. We willen het goed doen. We willen het liefdevol doen. Maar soms zitten we het moment in de weg door te veel te willen vasthouden.

Misschien is dat wat ik steeds meer leer: dat sterven niet netjes is. Niet maakbaar. Niet iets om te beheersen. Het vraagt juist iets anders aan alle betrokkenen, zowel de naasten als de zorgverleners. Aanwezig zijn. Meebewegen. Vertragen.

De dood laat zich niet organiseren. En wellicht hoeft ook niet. Niet zelden schuilt in wat we níet regelen, de grootste betekenis.