Loslaten is de orde van de dag in het hospice.
Voordat een cliënt bij ons komt, is er al zoveel losgelaten: werk, eigen omgeving, hobby’s en soms zelfs vrienden, familie en kennissen. Ook functies van het lichaam heeft de cliënt voor een groot deel vaak al moeten loslaten.
Als verpleegkundige in een hospice ondersteun je de cliënt vanuit een professionele houding, althans dat is iedere dag weer het streven. Maar uiteindelijk blijk je na jaren van kennis en ervaring ook maar een mens. Als ik getuige mag zijn van het allerlaatste contact tussen de cliënt en diens geliefde, voelt dat voor mij als zeer bijzonder. Ik ben op die momenten extra alert op details waar ik een geliefde op kan wijzen, voor als er later op teruggekeken wordt en dit een troostende herinnering kan zijn.
Daar zit ze, naast het bed op een stoel die niet gemakkelijk zit, naast haar zo belangrijk grote liefde. In mijn hoofd hoor ik zijn stem zeggen: hoe kan ik dit nu loslaten, ondertussen wijzend naar zijn vrouw. Ik sta bij hun omdat zij dit graag wil. We kennen elkaar nu een half jaar en met sommige cliënten en hun geliefden heb je gelijk een bijzondere klik. Ik zie en voel de liefde die stroomt van de een naar de ander.
Ze belde net, zijn ademhaling is veranderd, de laatste fase van het sterven is aanstaande. Hun handen zijn verbonden. Ze hebben samen de strijd van het loslaten geleverd, maar nu en straks staat zij er alleen voor.
Langzaam zakt hij verder weg, een paar keer kijkt ze naar mij op en vraagt met haar ogen open: is het zover?
Op het moment dat hij sterft geef ik met mijn ogen aan haar aan dat het zover is. Een ontlading van verdriet volgt, waarin ik de tranen achterin mijn ogen voel branden. Ik zie verdriet, ontreddering en ongeloof. Ik luister en geef wat zij nodig heeft voor het loslaten van nu.
Het is vroeg in de avond. Ik verzorg hen allebei zo goed ik kan en aan het begin van de nacht stap ik in de auto naar huis. Dan stromen de tranen over mijn wangen.. Ook ik moet loslaten.
Foto: Unsplash