Van alles een beetje

Auteur: Guusje Hartman, palliatieve zorg verpleegkundige in een huisartsenpraktijk
29.08.2024
Van alles een beetje
Auteur: Guusje Hartman, palliatieve zorg verpleegkundige in een huisartsenpraktijk
29.08.2024

Nog voor mijn eerste huisbezoek word ik gebeld door de huisarts. Het gaat om Mientje, zij verkeert in het eindstadium van COPD en werd gisteren ineens benauwd. Zo benauwd dat er palliatieve sedatie moet worden opgestart.

Wat gehaast parkeer ik mijn mini Cooper in het smalle straatje van Mientje haar huis. Nog voor ik aanbel, doet een jonge vrouw de deur open. ‘Ik had al gebeld waar jullie bleven, ik weet het niet hoor’. Ik loop de gang door naar de woonkamer waar Mientje in bed ligt. Binnen twee seconden zie ik dat dit de laatste ademhalingen zijn voor het overlijden. Ik handel snel, plaats de jonge vrouw, die haar dochter blijkt te zijn, naast het bed en leg uit dat Mientje aan het sterven is.’ Haar dochter kijkt mij verschrikt aan. ‘Moet ik de rest van de familie niet bellen?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, zij zouden te laat zijn en jij zou niet bij je moeder zijn.’ Ze geeft kusjes op haar moeders voorhoofd. Dan stoppen Mientjes hartslag en ademhaling helemaal. Ze is overleden.

Ik omhels de voor mij onbekende dochter, dep haar tranen en beantwoord haar vragen. Al snel volgen de telefoontjes. Met de wijkverpleegkundige die langskomt verzorg ik Mientje. Er valt een stilte over het huis als het zuurstofapparaat stopt. Wanneer de familie binnen druppelt, stap ik achteruit en verlaat ik zachtjes het huis.

Na een week neem ik telefonisch contact op met de dochter. Inmiddels weet ik dat zij Ilona heet. We praten, maar mijn vragen komen niet binnen. Het gesprek is kort. Ik heb het gevoel dat ik nog veel te leren heb. Want hoe ondersteun je een naaste na een overlijden? Als het leven weer verder gaat? Hoe ga je om met rouw?

Een maand later parkeer ik mijn auto in het kleine straatje van Mientje. Ik moet op een ander adres zijn maar automatisch kijk ik naar het leegstaande huis. Dan stapt Ilona naar buiten. Ik zie haar kijken. Haar gezicht verandert als ze mij herkent. Ze stapt zonder aarzeling op mij af en bedankt mij voor de ochtend dat haar moeder overleed. ‘Ik had het gewoon niet herkend, Ik was er bijna niet bij geweest. Dan was ze ineens doodgegaan.’ zegt ze. Ik knik zachtjes. Ik vraag hoe het met haar gaat. Ilona heeft donkere kringen onder haar ogen en ik zie het verdriet. Ze balt haar vuisten en zegt dat ze boos is maar dat ze zich vooral zo schuldig voelt. De tranen rollen over haar wangen en ik weet niet of het zien van verdriet ooit went. De haartjes op mijn armen staan omhoog en ik voel een rilling door mijn lijf.

Ik durf Ilona weer te troosten door mijn arm om haar heen te slaan. Daar in het kleine straatje praten we over de laatste 24 uur van Mientjes leven en over haar overlijden. Ik beantwoord vragen, geef uitleg en bevestig dat het normaal is om nog niet verder te kunnen, om het nog niet los te kunnen laten. Het gaat om haar moeder. Elke dag luistert Ilona naar haar spraakberichtjes, kijkt ze naar foto's en loopt ze naar het huis. ‘s Avonds stuurt ze een berichtje naar Mientje haar telefoon. Ze vraagt of dit wel gezond is. Ik trek mijn schouders op. Ik weet het niet zo goed. ‘Beperkt het je in het dagelijks leven? Praat je ook met andere mensen? Voelt dit goed voor jou? Dan denk ik dat het geen kwaad kan’, zeg ik. ‘Je bent iemand verloren die je dierbaar is, waar je veel voor deed en die snel weg is gegaan, wat maakt het dan uit als je op jouw eigen tempo afscheid neemt’ zeg ik. ‘Misschien kan je het langzaam een beetje afbouwen?’. Ze knikt ja maar ik zie de twijfel. Dan kijk ik haar aan en zeg: ‘Lieve Ilona, je mag dit zelf bepalen, maar ook als je een dag niet langs het oude huis gaat, weet je moeder dat je aan haar denkt en dat je van haar houdt. Dat haar leven is gestopt, wil niet zeggen dat jij haar gaat vergeten.’ De tranen lopen over Ilona haar wangen; ik zie nu dat ze het echt begrijpt. Ze knikt driftig ja en bedankt mij weer. Ze knuffelt, we nemen afscheid en ik steek de weg over. Dan roept ze vanaf de andere kant van het straatje: ‘Doe jij geen rouwtherapie ofzo?’ Ik schud mijn hoofd en zeg lichtelijk trots: ‘Nee, laat mij maar verpleegkundige blijven, die doen van alles een beetje.’


Dinsdagavond drie september opent professor en pionier binnen de palliatieve zorg Manu Keirse het webinarseizoen van Carend onder de titel Rouw. Lees hier meer een schrijf je snel in!