Woorden doen ertoe

Auteur: Wendy Siccama, vrijwiligger in een hospice
06.06.2023
Woorden doen ertoe
Auteur: Wendy Siccama, vrijwiligger in een hospice
06.06.2023

Het is een warme dag, ik gooi de openslaande deuren van de kamer van meneer de Vries open. Er ravotten twee eekhoorntjes op het terras. Ze buitelen kwikzilverig over elkaar heen. ‘Bijzonder dat ik nu, en op deze bescheiden vierkante meters, toch nog plezier beleef aan zoiets kleins’, zegt hij. Meneer heeft bij de intake aangegeven liever geen small talk te bezigen. Niet uit hovaardigheid, hij kan er gewoonweg het geduld er niet voor opbrengen en zegt gespeend te zijn van de daarvoor handige verbale lenigheid. Ik houd dat in mijn achterhoofd en laat hem vooral het gesprek bepalen.

Hoe zou het voelen voor deze door de wol geverfde zakenman om nu in deze beperkte ruimte in het hospice te zijn? Hij stond aan de wieg van de zich digitaliserende wereld en heeft het tot CEO geschopt van een succesvol, beursgenoteerd bedrijf. Hij heeft de hele wereld rondgereisd, zakelijk en privé, en nu verblijft hij in de wachtkamer van de dood -zijn woorden- omdat het thuis gewoonweg niet meer ging. Het lijkt hem niet te deren, hij past zich wonderwel aan deze nieuwe werkelijkheid aan. Altijd wellevend, vriendelijk en een tikje afstandelijk. Zijn vrouw heeft een foto uit betere tijden op tafel neergezet. ‘Dat is ruim dertig kilo geleden’, glimlacht hij, ‘toen was ik nog helemaal in de running en fit.’ ‘En woest aantrekkelijk’ flap ik eruit, waarop hij buldert van het lachen. Klaarblijkelijk is het ijs gebroken want opeens zitten we in een levendig gesprek over zijn werkzame leven. Over zijn drijfveren, wie hem inspireerden en wat het hem als mens heeft gebracht. Soms was het a hell of a job, maar wel zijn mooiste hell of a job. Zijn ogen glimmen vrolijk, het afdwalen naar die tijd lijkt hem te plezieren. Even verdwijnen uit het wrange weten van het naderende einde. Ook in het hospice wil hij zijn identiteit niet ontlenen aan “waarom hij daar ligt”, hij is veel meer dan die zieke man.

Een week later kom ik nog even terug op een uitspraak van hem: ‘Het zijn niet de jaren in je leven die tellen, maar het leven in je jaren’. Hij had ‘m, naar zijn zeggen, gepikt van Abraham Lincoln. Ik denk daadwerkelijk dat het steek houdt, uiteindelijk gaat het toch om hoe je de jaren die je gegeven zijn inhoud geeft. Het leven was hem goed gezind geweest, er was zoveel om blij en dankbaar voor te zijn. ‘Zonder mijn vrouw was ik natuurlijk nooit zo ver gekomen’, zegt hij. Ik trek er een kruk bij en luister. Zij heeft altijd in hem geloofd. Ook wanneer het spannend was, en zijn keuzes grote invloed hadden op het gezinsleven, was ze letterlijk en figuurlijk nooit van zijn zijde geweken. Ze haalt het beste in hem naar boven. De loftuitingen aan haar adres zijn dusdanig dat ik zeg: ‘Ik hoop dat u dit ook wel eens tegen haar zegt? Want als ik er al een warm hart van krijg, hoe moet dat dan niet voor haar zijn!’ Hij kijkt me geamuseerd aan en zegt stellig ‘Ach, dit weet ze heus wel, ze kent me toch?!’

Na  mijn dienst loop ik nog even bij meneer binnen. De komende weken ben ik op vakantie en iets in me zegt dat we elkaar niet meer gaan zien. Ik vertel hem dat ik op reis ga en dat ik hoop dat hij  een goede laatste reis zal hebben. Hij knikt me instemmend toe. ‘Ik geef u nog een tip op de valreep’ zeg ik. Hij kijkt me verwonderd aan. En dan zeg ik het. ‘Wilt u alstublieft tegen uw vrouw zeggen wat u mij vandaag verteld heeft?’

Meneer ging inderdaad op reis. Maanden later tref ik zijn geliefde in de Hema. Ik vraag hoe het met haar gaat. Het gemis is groot. Ze pakt me bij m’n arm: ‘Heel erg bedankt hoor’. Ik zeg dat het fijn was om voor haar bijzondere man te zorgen. Ze knikt. ‘Ja zeker,  maar dat bedoel ik niet.’ Haar ogen lichten op en er verschijnt een blos op haar wangen. ‘Dankjewel voor de tip, het heeft me zó goed gedaan!’


Foto: PeopleImages