Ze praat maar en ze praat maar door

Auteur:
23.12.2023
Ze praat maar en ze praat maar door
Auteur:
23.12.2023

Ze heeft een maand geleden gehoord dat ze geraakt is door die slopende ziekte. “Kanker, zuster. En praat er maar niet teveel over, laten we eerst de uitslagen verder maar afwachten.” Eigenwijs als ik ben, probeerde ik nog wel eens wat, ik vroeg naar een onderzoek of hoe lang het geduurd had. Of ze zenuwachtig was of misschien wel bang. Als ik een antwoord kreeg, was het kort en to the point. Geen opening tot gesprek. Een week geleden heeft ze gehoord dat ze geen kans maakt, overal uitzaaiingen dus we gaan enkel nog voor kwaliteit. Ook na die boodschap was er voor haar geen ruimte voor gesprek.

En nu praat ze en praat ze maar door.

Een waterval lijkt het, met tussendoor excuses dat ze zoveel van mijn tijd gebruikt. Terwijl ik dat helemaal prima vind. ‘Praat maar’, zeg ik dan ook geregeld, ‘het geeft niet, ik heb echt tijd genoeg, praat maar gewoon. Ik heb alle ruimte voor je en mocht ik nou wat later zijn bij mijn andere cliënten dan weten ze dat dat nodig was, omdat ik dat voor hen ook doe als het nodig is.’

Dus praat ze en praat ze maar door.

Haar verstand en haar emoties ruziën om de besturing van haar brein. Haar emoties zijn aan de winnende hand, want die laten haar zinnen buitelen. Haar verstand vindt echter dat huilen niet op zijn plaats is en of dat komt omdat ze mij niet goed genoeg kent of haar emoties misschien hoe dan ook moeilijk uit misschien? Maar dat de woorden er op deze manier uitkomen, maakt dat het niet om de zinnen gaat, maar om de ruimte die achterblijft als de woorden gezegd zijn. Ruimte voor tranen die hoe dan ook gaan komen.

Ze is bij het graf van haar man geweest vanmiddag: “Twintig jaar geleden alweer, zuster. Het was weer zo prachtig en mijn kinderen waren erbij. Mijn dochter is zo verdrietig en ik kan maar niet huilen. Ik hou zo van lavendel, zuster, een prachtige struik is het geworden naast zijn grafsteen. Ik heb het weer helemaal gesnoeid. Ik weet niet of ik begraven wil worden of gecremeerd. Heb jij een geloof? Ik ben altijd zo druk geweest met de kerk, maar nu weet ik het niet zo goed meer.” En toen stopte het praten.

En huilde ze eindeloos veel tranen.

En kwamen er weer excuses, ditmaal voor haar gesnotter. ‘Huil maar’, zeg ik dan ook, ‘ze moeten een keer gehuild die tranen anders doen ze alleen maar pijn zonder te helen. Huil ze maar bij mij dan huil je ze in ieder geval niet alleen.’ En ik sla een arm om haar heen. Ze legt haar hoofd vermoeid op mijn schouder en ik voel al snel dat haar tranen mijn shirt doorweken. Ze huilde net zo lang totdat ze te moe was om haar hoofd nog omhoog te houden.

Ik leg haar voorzichtig in bed, het vermoeide hoofd verdwijnt in een donzig kussen. “Zuster, het spijt me zo. Van de tijd, van jouw shirt, van mijn ellende." ‘Hier ben ik voor en ik ben zo blij dat je mij de ruimte geeft om er voor je te zijn, daar offer ik mijn shirt graag voor op’, geef ik haar terug.


Auteur: Jennifer Bergkamp, verpleegkundige in de wijk

Foto: iStock