Auteur: Marjanne Dijk
03.11.2020
De arts van de intensive care vraagt om geestelijke verzorging voor begeleiding en ondersteuning voor een voorheen tamelijk vitale man, met een rijk vrijwilligersleven en liefde voor zijn familie. Aan de vooravond van de tweede golf bezoek ik hem.
In de sluis leg ik mijn telefoon en bezoeklijstje neer. Ik begrijp dat deze meneer een grote buikoperatie heeft gehad. Tijdens het moeizame herstel op de IC wordt hij “verdacht van Covid” zoals we dan in ziekenhuistaal zeggen. Dus alle isolerende maatregelen gelden. Terwijl ik mondneusmasker, handschoenen, bril, muts en jas aantrek, komt er een vlaag van verdriet over me heen. Drie jaar geleden stond ik me ook zo om te kleden, tien dagen lang, om mijn vader te bezoeken op een intensive care in Zuid-Frankrijk. Hij was abrupt geveld door een onbekende agressieve bacterie waaraan hij daar op die IC in Frankrijk liggend op zijn buik overleed. Dat korte moment daar in de sluis, terwijl ik me in isolerende kleding hijs, ben ik weer even heel dicht bij hem en overspoelen de herinneringen me.
Met de deurkruk in mijn hand herpak ik me. De man, hij heeft de leeftijd van mijn vader destijds, vertelt over wat hem bezig houdt. Hij deelt zijn piekergedachten en vertelt hoe hij de moed aan het verliezen is. Het herstel valt hem zwaar en de Covid verdenking hangt dreigend boven hem. Dan gaat zijn gezicht open als hij vertelt over zijn kleinkinderen, hoe trots hij op ze is en hoe intens hij van ze kan genieten. Daar haalt hij de moed vandaan om door te gaan, zegt hij ontroerd. “Want ik wil zo graag leven”…. Die woorden blijven me bij.
Een paar dagen later bezoek ik hem weer. De artsen zijn bezorgd over de man, hij geeft aan niet meer te willen leven. Of ik nog eens met hem in gesprek wil gaan. Ik stap weer de kamer binnen. De man is verzwakt. Hij vertelt dat de Covid test positief was. De grond is onder zijn voeten weggezakt. Naast die grote buikoperatie met allerlei complicaties in de herstelfase treft hem nu ook nog Covid, met forse klachten. Samen onderzoeken we zijn veerkracht. Hij geeft aan dat het allemaal geen zin meer heeft. Waar hij eerst in de kinderen en kleinkinderen een bron van kracht zag, is hij nu alle kracht kwijt. Hij waardeert hun liefde en zorg maar kan de moed om door te gaan niet meer opbrengen. Ik zie een mens waar de rek uit de veerkracht is. De zingeving ligt aan diggelen.
In de sluis doe ik de beschermende kleding weer uit. Door het raam zwaai ik nog even naar de man. Ik denk aan die dagen in Frankrijk, aan de worsteling van mijn vader, aan onze onmacht. Aan zijn zwaaiende hand als we wegliepen. Hoe vitaliteit en energieke veerkracht in een paar dagen kan omslaan naar moedeloze onmacht. In stilte bedank ik de man dat ik door hem weer even dicht bij mijn vader kon zijn. Dat geeft mij net dat beetje veerkracht dat ik nodig heb om naar de volgende patiënt te gaan.
**Marjanne Dijk, geestelijk verzorger Isala**
---
***WIL JE MEER WETEN OVER EXISTENTIELE EN INTERCULTURELE ZORG BIJ CORONA?
SCHRIJF JE DAN [HIER](https://carend.nl/webinar) IN VOOR DE [WEBINAR](https://carend.nl/webinar)***