2003, meer dan twintig jaar geleden:
Hij was al erg zwak en had heel duidelijk aangegeven geen chemotherapie te willen. Toen hij niet meer aanspreekbaar raakte door toename van de uitzaaiingen in zijn hersenen, hoorde ik tot mijn verbijstering dat de longarts tóch chemotherapie wilde starten.
In de artsenkamer luisterde ik geschokt mee terwijl hij de apotheek belde:
- maak het maar klaar, met spoed ja, ik wil vandaag nog beginnen.
Twee verpleegkundigen wisselden bezorgde blikken:
- dit kan toch echt niet? hij wilde dit niet.
- hij is er al veel te slecht voor.
Ze keken mij aan. Vonden het kennelijk mijn taak, om het voor de patiënt op te nemen. Met lood in mijn schoenen ging ik naar die longarts:
- ik begrijp niet goed waarom er met chemo gestart wordt?
- volgens mij is hij al aan het sterven.
- de patiënt wilde het ook echt niet. dat heeft hij eerder duidelijk gezegd
- bemoei jij je er niet mee, ik bepaal dit.
- hij krijgt chemo, einde discussie.
- moet zijn familie geen toestemming geven?
- die waren erbij toen hij zei dat hij dat niet wilde.
- dan hadden ze hem maar mee naar huis moeten nemen.
- wie A zegt moet ook B zeggen, waarom is hij hier dan nog?
Boos banjerde hij naar zijn spreekkamer. Geagiteerd omdat hij door mijn gezeur nu later met zijn spreekuur kon beginnen.
Aan het einde van de dag kwamen zijn dochters op bezoek. Eén van hen was zelf verpleegkundige en had heel goed door wat er in die infuuszak zat.
- waarom krijgt onze vader chemotherapie?
- wie heeft dit besloten?!
- de longarts
- waar is die longarts?
Met trillende handen belde ik opnieuw de longarts:
- de familie wil u graag spreken
- ik ben al thuis en heb geen dienst.
- los het zelf maar op, jij bent toch ook dokter?
Ik stopte de chemo. Iedereen was opgelucht. De dochter die verpleegkundige was, stelde feitelijk vast dat ik daar gedoe mee zou krijgen.
- ik weet wel wie je supervisor is.
Tijdens de ochtendoverdracht meldde de dienstdoende assistent dat de patiënt was overleden en dat de familie overwoog een klacht in te dienen, omdat er tegen hun wil was gestart met chemotherapie. Alle specialisten keken naar de longarts. Alsof het hen niet verbaasde. Iedereen stond op en liep de ruimte uit. Er werd niets gezegd.
Ik voelde de koude blik van die longarts op me gericht. Hij wenkte me naar zijn kamer, deed de deur dicht. Hij maakte met zijn vingers een pistool en plaatste dat op de zijkant van mijn hoofd.
- BANG
- wat jij gedaan hebt, is een soort van euthanasie en dat is strafbaar
Ik keek hem aan, vroeg of hij uitgepraat was en of ik weer aan het werk kon.
Twee weken later kreeg ik een boekje van de dochters. Voorin stond geschreven: “For a lady with balls”
Ruim twintig jaar later vraag ik me nog steeds af waarom iedereen toen wegkeek en zweeg.
Auteur: Sabine Netters, internist-oncoloog
14.04.2025
Ja, houd mij ook op de hoogte
nieuws, webinars en meer