Ze belt tijdens een dagje uit, ‘het is niet goed wicht, het is niet goed’. Oma is 95 jaar en heeft de uitslag gekregen van de “bult” onder haar oksel. Het is niet goed, kanker, mogelijke uitzaaiingen van de borstkanker van heel wat jaren geleden. Toen een borstamputatie. Nu wederom kanker.
Oma gaat achteruit, krijgt goede zorg in het woonzorgcentrum, maar ze is ook bang, bang om zo te worden als opa. Opa heeft een CVA gehad en kreeg langdurig lieve zorg in het verpleeghuis. Echt lieve zorg maar voor oma een schrikbeeld. Ze is verdrietig maar vol overtuiging: zo wil zij het niet. Als ik haar de volgende dag bezoek, zegt ze: ‘Wicht, ik wil dit niet. Ik wil niet ziek worden, ik wil geen behandeling, ik heb een goed leven gehad’. We huilen, we knuffelen, het is goed.
Er wordt gebeld met de huisarts en oma vertelt vol trots dat ze niet meer wil. De huisarts neemt de mogelijkheden door, gezien oma’s ziekte is euthanasie inderdaad een mogelijkheid. ‘Mooi.’ zegt ze, ‘dan doen we dat’. Het euthanasietraject wordt in gang gezet, de benodigde gesprekken worden gevoerd. De SCEN-arts geeft akkoord.
Oma kiest haar datum en vraagt of ik dit in mijn werk als verpleegkundige al eens heb meegemaakt. Om op mijn ontkenning te reageren met: ‘Mooi, dan moet je goed opletten, je kunt er wat van leren’. En dan moeten we lachen. Oma is zo trots op mijn beroep als verpleegkundige, helemaal nu ik werkzaam ben in de ouderenzorg. ‘Goed oma, ik ga opletten, en ga alleen de beste zorg leveren’.
Iedereen komt op bezoek, oma heeft een feestweek. De zorgmedewerkers doen alles wat ze kunnen om oma een mooie laatste week te geven. Op de woensdag van de euthanasie komt de trombosedienst nog langs. Glunderend zegt oma ‘denk je dat het nog nodig is? Vanmiddag ben ik dood’. Met schrik in de benen zoekt de medewerker van de trombosedienst iemand van de zorg die dit bevestigt. ‘Sorry vergeten door te geven’.
Het laatste afscheid, kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. De achterkleinkinderen spelen een lied op het keyboard, waarbij wordt gezongen. ‘Prachtig, prachtig, prachtig’, zegt oma. Wanneer de achterkleinkinderen weggaan wil ze zwaaien. En daar staat ze, een broze oude vrouw, in de armen van haar kleindochter en een zorgmedewerker. Weinig kracht om te gaan staan, maar zwaaien, dat gaat ze doen. En ze zwaait, en zwaait en zwaait tot ze uit zicht zijn.
Oma zegt dat ze er klaar voor is. De arts komt en voert de zo gewilde euthanasie uit. Op haar ‘ja, ja, ja’, zakt ze rustig weg. Het is goed zo.
Foto: nathanphoto