Het is vrijwel onmogelijk om over te brengen hoe moe je kunt zijn. Moe van kanker en wat er bij komt kijken. Misschien lukt het zo:
Moe. Kankermoe. Nee, niet moe van de kanker; dat je ’t zat bent die kanker. Ik bedoel moe door de kanker.
Moe door de kanker zelf, het te hebben. Fysiek.
Moe door het besef het te hebben. Mentaal.
Moe door wat de chemo’s in mijn lijf en brein hebben aangericht.
Moe door wat de aanhoudende testosteronremming teweegbrengt.
Dat samen. Die vermoeidheid.
Kankermoe. Ik noem het kankermoe, want het is andere vermoeidheid. Het is anders dan gewoon moe worden en zijn. Anders dan hoe gewoon moe voelde en hoe ik dat beleefde. Maar hoe vat ik kankermoe in woorden die het voor een niet kankermoe mens invoelbaar maken?
Laat ik het bij mezelf houden, want hoe anderen het voelen en beleven…
Kankermoe is grillig. Het overvalt me ineens, soms zonder aanwijsbare reden. Het sluipt er andere keren geleidelijk in – ondanks ‘slim’ mijn dag plannen – om vervolgens van geen wijken te weten. Het is sowieso geen gast die zich snel weg laat sturen.
Kankermoe is intens. Het ondermijnt je totaal als het toeslaat. Denken lastig of onmogelijk. Lichaam lamgeslagen. Alle energie weg of ernstig op rantsoen.
Kankermoe maakt emotioneel, legt tranen aan de oppervlakte. Een liedje, een opmerking, een mooie zin, een poot van Pluk, een aai voor superzachte Juul, tegenwind of een ander tegenslagje, een succes van mijn superzoon of pech voor hem. Er is weinig nodig.
Kankermoe maakt machteloos, soms op het radeloze af. Dan vraag ik me af ‘hoe kom ik hier weer uit?’ en heb ik geen glimp van een idee, laat staan een plan. Dan weet ik niet hoe de (rest van de) dag door te komen.
Kankermoe maakt klein en soms ook bang. Zelfs mij.
Kankermoe voelt als op de rand van de afgrond staan en een hand in mijn rug voelen. Het tintelt dan in mijn zwakke plekken.
De neuropathie-gebieden. Voeten. Vingertoppen. Mond.
De zones met oude sport- en andere blessures. Rug, schouder, nek, rechterduim, kuit links en rechts.
Het laat mijn hoofd tintelen, vibreren. Hoogspanning.
En mijn ogen! Die moeten dicht en open en dicht terwijl ze zwaar en overvuld voelen. Zoiets. Vind maar de juiste woorden.
Bij invallende kankermoe moet er iets. Doorgaan kan niet, maar…
Maar hoe stap ik opzij, hoe duik ik onder die duwende hand uit ? Wat is nu wijsheid?
Actie stoppen? Klusje doen?
Zitten? Liggen? Slapen? Kat erbij?
Boekje? Ander boekje?
Koptelefoon misschien? En welke muziek dan?
Domweg zitten? Bank? Boekenkamer?
Wandelen misschien? Naar dorp? Strand?
Rennen anders? Of fietsen?
Hoe dan ook iets in mijn uppie.
En dan, als de inval van kankermoe een feit is, dan laat-ie zich gelden. Lang. Als een deken ligt-ie over mij heen, over alles heen. Los- en van me af trappelen lukt niet. Als een slepende handrem maakt-ie elke actie en elk initiatief moeizaam. Loskoppelen lukt niet. Was vroeger een dag of wat kalm aan doen de oplossing, nu ben ik zo een week zoet eer de deken is afgegleden, voordat de handrem is afgesleten.
Vandaag ben ik kankermoe. Dit keer wist ik het vooraf al, wassie ingecalculeerd. Onze beider verjaardagen gevierd. Man of vijftien over de vloer. Veel.
Plus de voorbereiding gisteren en vanmorgen (al deed mijn super vrouw het leeuwendeel).
De afgelopen week die iets steviger uitviel dan verwacht en gepland.
Dat opgeteld maakte het een zekerheidje.
En dus… Doorkomen. Dat betekent voor nu – halverwege de avond, het bezoek is de deur uit – zitten met de kat op schoot. Koffie. Thee. Zitten. Verder niks.
En morgen? Weinig. Uitslapen, hopelijk. Pluk en Juul pamperen. Wasje draaien en ophangen. Wandelen, kort of langer, we zien wel.
En de dagen erna? Ik heb net twee heel simpele boeken klaargelegd. Met korte, op zichzelf staande stukjes. Dat kan ik wel aan, denk ik. En verder alleen wat moet, wat écht moet; daarom nu al een afspraak voor woensdag afgezegd en gevraagd of die verplaatst kan worden. Nieuwe kansen en initiatieven maken geen kans. Ja, en hopen dat zich weinig ‘moetjes’ aandienen. Slaap pakken. Het strand kan zich op meerdere wandelbezoeken verheugen.
En dan? Dan zien we komende zaterdag of de deken is afgegleden, of de handrem los is. En dan hoop ik dat ik niet te driftig op het gas ga hangen en dat mijn supervrouw zo nodig op tijd op de rem trapt.
Erik Huisman (65) woont in Monster, is oud-topsporter en was onder meer journalist. Hij schreef over zijn 'kankerleven' drie boeken en leeft onverminderd voluit.
Het afgelopen jaar hebben Carend en Overpalliatievezorg samen verschillende infographics ontwikkeld over palliatieve zorg. We publiceerden onder andere een Infographic over een veelvoorkomend symptoom in de palliatieve zorg: vermoeidheid. Dit symptoom kan een enorme impact hebben op het dagelijks leven en heeft veel mogelijke oorzaken, maar is helaas niet altijd makkelijk te behandelen. Bekijk de infographic, download hem en deel hem met anderen die hier iets aan kunnen hebben. Want ook al kunnen we vermoeidheid niet altijd wegnemen, we kunnen wél ondersteunen. Klik hier