Bij binnenkomst in het hospice, wordt mij gevraagd meteen naar een mevrouw te gaan, omdat ze erg onrustig is.
Als ik bij haar binnenkom, is het eerste wat ze zegt: “je gaat niet meer bij me weg hè? Je blijft toch wel bij me? Want ik val en ik ben zo bang om te vallen."
Ik pak een stoel en vertel haar dat ze in bed ligt en dat ik goed op haar zal letten, zodat ze niet kan vallen. “Je blijft toch wel bij me,” herhaalt ze voortdurend. Af en toe komt ze wild overeind.
“Bah,” zegt ze, “dat vallen is zo afschuwelijk. Dat maakt me zo bang.” Ze zwaait haar benen over de rand van het bed en gaat zitten. “Kun je me even vasthouden?” vraagt ze dan.
Ik sla mijn arm om haar heen en trek haar tegen me aan. “Niet zo vasthouden”, zegt ze, “nog meer vasthouden.” Ik sla ook mijn andere arm om haar heen en houd haar stevig vast.
“Dit is zo fijn,” zegt ze, “je bent nu al een sterretje in mijn..” en ze wijst naar haar hart.
“Mensen moeten elkaar vaker vasthouden, want het is zo fijn”.
Als ze weer wat rustiger is, leg ik haar terug in de kussens. Haar angst en onrust blijven het tegenhouden dat ze kan slapen.
De verpleegkundige geeft haar een pilletje zodat ze wat rustiger wordt. Als blijkt dat ook dat niet afdoende is, krijgt ze via het infuus medicatie zodat ze eindelijk rust krijgt. En dat werkt.
Ze valt in een diepe, rustige slaap. Over drie maanden zou ze voor de eerste keer oma worden. Ze zal het niet meer meemaken..
Rust zacht, lieve bange mevrouw.
-------------------------------------------------------------
Meer weten over de stervensfase? Hier hebben we eerder een webinar over gehouden, die is hier terug te kijken.