Auteur: Marion, dochter
22.04.2022
Lieve onbekende zaalarts met Vlaamse tongval,
Vandaag is het een jaar geleden dat we elkaar hebben ontmoet. Ons pap lag in het ziekenhuis op
jouw cohortafdeling. Je belde me op en vroeg of ik naar het ziekenhuis wilde komen. Ons pap werd
onrustig en je wilde het comfortabel maken voor hem. Wist ik veel.
Je ving me op bij de klapdeuren en vertelde me in jullie teamkamer dat ons pap weer onrustiger
werd. Jij wilde hem helpen, maar dat kon alleen met morfine. Je wilde ons pap aan de morfinepomp
leggen, zodat je hem niet steeds hoefde te prikken. Ons pap zou dan langzaam in slaap vallen en
nooit meer wakker worden. We mochten allemaal afscheid komen nemen van jou: mijn gezin, mijn
broer en de vriendin van ons pap. Je vertelde ook dat je al met ons pap had gepraat, maar je dacht
dat hij jouw verhaal niet begrepen had.
Met lood in mijn schoenen liep ik naar de kamer van ons pap. Hoe vertel je iemand dat de dood zo
nabij is? Toen ik de deur opendeed, zag ik meteen dat ons pap jouw verhaal wel degelijk had
begrepen. Je hebt ons pap nog onderzocht, maar je kon niets meer voor hem doen. Met
handschoenen aan en mondkapje op heb ik nog naast ons pap aan het bed gezeten en kon ik zijn
hand vasthouden. *Heb je het gevoeld, pap, dat ik heel hard in je hand geknepen heb*?
Ik kon nog tegen ons pap vertellen dat ik het ontzettend dapper en moedig vond om zelf zijn mondkapje af te
zetten. Ik kon ons pap nog vertellen dat ik trots was omdat hij mijn vader was en dat ik trots was dat
ik zijn dochter was. Ik kon ons pap nog vertellen dat ik van hem hield en dat ik wist dat hij ook veel
van ons hield. Ik kon ons pap nog bedanken voor alles wat hij voor ons betekend heeft.
Ik ben blijven praten tot ons pap zijn laatste adem uitblies. Samen hebben we naar de oorverdovende stilte
geluisterd die de kamer vulde…
Toen ik een kwartier later verdrietig buiten de klapdeuren stond met de koffer, die ik een dag eerder
nog had ingepakt voor ons pap, ben je me nog achterna gelopen. Je vertelde mij dat je het heel
bijzonder vond wat ik had gedaan en dat ik trots op mezelf mocht zijn.
Lieve onbekende zaalarts, je had me alleen kunnen laten met ons pap, maar je bleef letterlijk achter
me staan. Daar ben en blijf ik je dankbaar voor, want ik voelde me gesteund door jouw
aanwezigheid. Wat moet het vreselijk zijn geweest voor jou als arts: zoveel zieke patiënten, zoveel
mensen die overleden en niets wat je kon doen. Ik hoop dat je je hierdoor niet hebt laten
ontmoedigen, want de wereld heeft artsen zoals jou heel hard nodig.
Blijf zoals je bent en hou je taai!