Op een donderdag, in mijn late dienst als verpleegkundig coördinator, vraagt het avondhoofd mij om de volgende ochtend een bed vrij te houden voor een oncologische patiënt van de IC. Deze man heeft slecht nieuws gehad; zijn ziekte blijkt progressief en is niet meer te genezen.
Op zaterdag maak ik kennis met hem tijdens mijn vroege dienst. Hij is zeer ziek; ik schat zijn levensverwachting heel kort. We passen het medisch beleid daarop aan en we vragen de man en zijn naasten naar hun wensen voor deze laatste fase in zijn leven. Hij wil heel graag nog eenmaal naar huis en denkt na of hij in een hospice wil sterven, We gaan aan het werk. Mijn collega belt verschillende hospices en ik bel de wensambulance. De wensambulance kan de volgende dag al worden ingezet en we hebben de mogelijke hospices op een rij. Daarna is er nog tijd om met de man en familie naar buiten te gaan en de dijk op te rijden; samen genieten ze van het mooie weer en het prachtige uitzicht over de Maas. Wij genieten mee.
Op zondag heb ik vroege dienst. Met twee collega’s zorg ik ervoor dat alles op tijd klaar is zodat meneer nog even kan rusten voordat om tien uur de wensambulance komt voor zijn bezoek aan thuis. Als ze terug zijn in het ziekenhuis komt de keus voor een hospice weer aan de orde. De kinderen willen heel graag dat hun vader naar een hospice gaat en niet in het ziekenhuis overlijdt. Mij lijkt een hospice ook de beste keus aangezien thuis sterven met goede zorg me niet haalbaar lijkt.
Er is haast bij, want meneer gaat snel achteruit. Hoewel het een lang weekend is, lukt het na veel telefoontjes om een hospice te vinden waar hij de volgende dag al terecht kan. Iedereen is met die plek akkoord en we zetten met vereende krachten zijn vertrek in gang. Alle collega's helpen, de arts zet alles op alles, de apotheek maakt een uitzondering en verzorgt de medicatie in het weekend en de ambulance kan hem maandag al brengen. Nog voor half vier is alles rond. Het is ongelofelijk wat we samen in een korte tijd geregeld hebben.
Die maandag zorg ik met mijn collega’s dat alles bijtijds klaar is. Als de ambulance komt nemen we afscheid van meneer en zijn familie. Zij zijn zeer dankbaar voor onze goede zorgen. Wij zijn ontroerd door het teamwork dat ervoor zorgde dat iemands laatste dagen zo goed mogelijk werden ingericht. Het is fijn om dit samen te mogen doen. ‘Alone we can do so little, together we can do so much.’ (Helen Keller)
Ik ben heel blij met iedereen die zich inzet om de laatste wens van een patiënt en zijn familie in vervulling te laten gaan. Jullie zijn goud waard!
Op woensdag 6 november 2024 vindt het congres ‘Zorg in de Stervensfase’ van Carend plaats in het Beatrixtheater te Utrecht. Samen met sprekers als Manu Keirse, Sander de Hosson, Madeleine Kerkhof, Teun Toebes, Karlijn van Rooijen, Annelot van der Meulen, Mustafa Bulut en Edwin Spieard zullen we aandacht besteden aan alle domeinen van de palliatieve zorg in de stervensfase. Meer informatie vind je hier.