Sinds drie jaar ben ik niet meer werkzaam. Als ik eraan denk, vind ik die tijdspanne ongelofelijk. Waar zijn die jaren van mijn leven gebleven? Ze waren gevuld met ziekenhuisbezoeken, nare behandelingen, onderzoeken, wachten, angst, verdriet, hoop, vrees en berusting. Het was hard werken en de beloning vaak niet wat ik ervan had gehoopt. Sinds vijftien maanden ben ik met prepensioen; ik ben vanwege mijn prognose namelijk afgekeurd, niet meer geschikt voor betaald werk. Het was een harde noot om te kraken en ik heb er heel wat tranen om gelaten. Voor mijn gevoel heb ik er alles aan gedaan om terug te keren in mijn fantastische baan als wijkverpleegkundige bij Buurtzorg. Ik doorliep twee revalidatietrajecten in de hoop dat mijn lijf weer ging doen wat het deed voor het behandeltraject tegen kanker begon. Helaas, ik heb mijn meerdere moeten erkennen in het zwarte monster. Het heeft me lange tijd gekost om hierin te berusten en het een plek te geven.
Prepensioen op je 52ste is een raar gegeven want om je heen gaat alles gewoon door: manlief werkt, kinderen studeren nog en vrienden zijn ook allen werkzaam terwijl mijn leven zich hoofdzakelijk thuis afspeelt. Ik houd me bezig met ‘energiemanagement’. Het huishouden doen lukt als ik het goed plan, sociale contacten zijn superfijn maar moet ik wel plannen want teveel trek ik niet. Voor mij is het een geluk dat er zoiets als social media bestaat; zo heb ik toch contact met de buitenwereld. Ik zit echt niet hele dagen binnen, kan ontzettend genieten van fijne wandelingen met de hond maar de energie is beperkter en dat vind ik soms moeilijk te accepteren. Toch ga ik geregeld flink over mijn eigen grenzen heen als er iets is waar ik écht van kan genieten. Dan neem ik een paar dagen recupereren op de koop toe.
Ik vind het soms jammer dat mijn leven niet meer parallel loopt met dat van mijn man. We zouden op onze oude dag graag zijn gaan reizen, de dingen die we samen voor ogen hadden kunnen straks niet meer of worden anders. We realiseren ons dat we de tijd niet hebben om uit te stellen tot we later groot zijn - het gaat om NU. Maar om economische redenen kan mijn lieve echtgenoot niet nu al met pensioen dus moeten we het doen met de vakantiedagen die er nu zijn en genieten van de tijd die ons nu gegeven is. En dat doen we.
Ondanks mijn tegenstribbelende lijf kan ik me echt “ziek gelukkig” voelen om met de titel van het boek van Ruud ten Wolde te spreken. Die titel zegt het helemaal. Ondanks het weten dat ik niet meer beter word, kan ik toch heel erg gelukkig en blij zijn met het leven. Ik durf te beweren dat het besef van de waarde van leven na een fatale diagnose nog groter is, want ik weet dat die andere, donkere kant er ook is. Het afgelopen najaar en eerste deel van de winter heb ik echt gerouwd om wat eens was, om de vanzelfsprekendheid van het leven dat verdwenen was, het iets kunnen betekenen voor een ander.
Sinds anderhalve maand ben ik er weer en wordt het tijd dat ik iets negatiefs om ga zetten naar een positieve bijdrage aan de wereld. Mijn hoofd werkt nog prima op wat ‘Alzheimer-light’ na en dus komen er nu dingen op mijn pad die ik met beide handen aangrijp. Een oud-collega vroeg me om gastlessen palliatieve zorg te geven aan leerling-verzorgenden/verpleegkundigen. Ik had nooit gedacht dat ik zou durven spreken voor een grote groep, maar ik denk dat ook een deel van mijn angsten overboord zijn gegaan na mijn diagnose. Het was geweldig om mensen die de toekomst zijn in zorgland wegwijs te maken in de palliatieve zorg, samen te sparren, vragen te beantwoorden die ze normaal niet durven stellen.
Columns als deze schrijven voor Carend is iets dat ik graag doe. Ik wil graag de andere kant laten zien, hoe het is om in deze levensfase te verkeren, wat er op mijn pad komt en hoe het met ups en downs gaat, de vele tegenstrijdigheden waar je doorheen gaat. Daarnaast ga ik als vrijwilliger aan de slag bij stichting Kankerpraat, een initiatief van en voor lotgenoten om kanker bespreekbaar te maken. We gaan patiënten die behoefte hebben aan een luisterend oor actief telefonisch benaderen (vanzelfsprekend nadat ze hiervoor toestemming gegeven hebben). Als lotgenoot weet ik dat het helpt als je na de diagnose kanker kan praten met iemand die weet waar je doorheen gaat. Even spuien helpt enorm maar ik vond het ook vaak heel moeilijk om dit bij mijn naasten te doen omdat zij ook hun zorgen en verdriet hebben. Niets menselijks is mij vreemd: ik wil mijn naasten ook sparen, hen geen pijn doen met mijn zorgen.
En zo ontvouwt zich mijn leven mét kanker, bezig zijn op de momenten die ik zelf kan bepalen en mezelf als toegevoegde waarde zien in de wereld. Dan voel ik me ziek gelukkig en geniet ik optimaal van mijn prepensioen!
Foto: Samen met onze hond dwaal ik graag door het bos en over de heide. Het voordeel van met prepensioen zijn is dat ik nu de tijd, rust en ruimte heb om dit op mijn gemak te doen en optimaal te genieten van de natuur en de ruimte om me heen.