Auteur: Sander de Hosson
20.10.2020
“Naar de longen en lever uitgezaaide nierkanker’, schrijf ik op het briefje dat voor me ligt.
‘Fijn, want dan kan ik het mijn kinderen ook vertellen’, zegt de man. Het is half oktober en Nederland wordt overspoeld door een tweede Coronagolf, de reden dat die kinderen hem niet mogen vergezellen. Ik vind dat pijnlijk, maar gelukkig zit zijn vrouw naast hem.
In de afgelopen tien minuten heeft hij me verteld dat hij last had van een hoestje dat maar niet reageerde op antibiotica. ‘Voor de rest heb ik eigenlijk geen klachten,’ voegt hij toe. Zijn vrouw benoemt nog dat zijn benen slanker worden.
Op een door de huisarts gemaakte foto waren meerdere afwijkingen te zien. Toen ik de foto zag, had ik een scan aangevraagd en die toonde niet alleen bolvormige afwijkingen in de long, maar ook uitgebreide uitzaaiingen in de lever.
Ik vertel hem dat genezing er niet meer in zit, maar misschien nog wel medicijnen ‘om te remmen’. Als ik daarna opmerk dat hij nog heel kwiek voor zijn leeftijd is, reageert hij door te zeggen: “Maar behandelen met chemotherapie gaan we dit niet; ik hoef niet te veel poespas meer. Het is wel mooi geweest.”
De man heeft goed nagedacht over zijn situatie, want naar de notaris was hij al geweest. ‘Dat traject is al klaar’, spreekt hij veelzeggend. Hij kent zijn grenzen en misschien ook wel de grenzen van de geneeskunde. Het is het korte moment dat ik zie dat zijn ogen rood worden.
Een mooi gesprek volgt over ‘niet te veel meer doen’ en over de waarde van palliatieve zorg, de ondersteuning die zorgverleners nog kunnen bieden.
Bij het afscheid raak ik ontroerd als hij zegt: “Ik hoop niet dat ik u dag te veel bedorven heb.”
Ik val stil; weet even niet goed wat te zeggen. “Nee,” mompel ik nog, “dit is toch mijn werk”. Maar hij is al weg met een knipoog.
Daar gaat hij. Een mooi mens. Een grootsheid. Wat maakt deze man in tien minuten tijd een indruk op mij.
---
Schrijf je nu in voor het [WEBINAR PALLIATIEVE ZORG BIJ CORONA](https://carend.nl/webinar)